Agnes Tay als nieuwe CMR-voorzitter: ‘Kritiek is het bestuur van mij wel gewend’ 

16 september 2020
Beeld:

Daniël Rommens

Geplaatst door
Kyrie Stuij
Op
16 september 2020

Agnes Tay zit bijna 39 jaar in het onderwijs en gaat het liefst nog jaren door. Studenten noemen haar streng en rechtvaardig. Als nieuwe voorzitter van de CMR vindt ze dat debatten mogen schuren en snijden, ‘maar de vuile was hangen we niet buiten.’

‘Business Campus’ prijkt er in glimmende letters op het gebouw dat eerder bekend stond als de Fraijlemaborg. Daarvoor staat Agnes Tay, in rood geruite zakelijke jurk, zwarte pumps en een vriendelijke lach. De nieuwe naam op het hogeschoolgebouw in Zuidoost stemt haar vrolijk. ‘Als je aan komt lopen zie je meteen dat we een echte campus zijn. Dat geeft een trots gevoel, vind ik.’

 

Tay is het nieuwe schooljaar rennend en vliegend begonnen. Ze geeft les op de opleiding Bedrijfseconomie – voornamelijk de rekenvakken – zit in de faculteitsraad en heeft haar eerste vergadering als nieuwe voorzitter van de Centrale Medezeggenschapsraad net achter de rug. Hoewel ze eigenlijk had gehoopt dat er dit jaar een student aan het roer zou staan. 

Beeld: Daniël Rommens

Waarom zit er toch geen student tegenover me?

‘Ik had verwacht dat meerdere studenten in de CMR zich verkiesbaar zouden stellen als voorzitter. We hebben dit jaar namelijk allemaal nieuwe studenten, die stuk voor stuk gedreven en ambitieus zijn. We probeerden ze natuurlijk te overtuigen voor deze rol, ook omdat we wat te kiezen wilden hebben. Maar slechts één student stelde zich kandidaat. Uiteindelijk bleek ik met meer dan negentig procent van de stemmen te hebben gewonnen. Natuurlijk had ik het graag een student gegund, maar ik dacht ook: als al deze mensen op mij stemmen, dan doen ze dat niet voor niets. Dan neem ik mijn verantwoordelijkheid.’

 

Als wat voor type voorzitter zie je jezelf?

‘Ik laat vergaderingen graag strak verlopen. Ik hou alles in de gaten, maar stel mensen ook op hun gemak. Zo heb ik meteen alle namen uit mijn hoofd geleerd en wil ik de leden binnenkort uitnodigen voor een persoonlijk gesprek.’ 

 

 ‘Studenten zullen me beschrijven als streng doch rechtvaardig. Maar ik ben ook een mensenmens en zie mezelf als een echte FBE’er: ik sta graag voor de faculteit. Ik vergelijk die graag met een gezin. Daarin wil je het beste voor elkaar. Je mag streng en hard zijn, je mag ruzie maken en het weer goedmaken, maar je hangt niet de vuile was buiten. We blijven gewoon in gesprek.’

‘Ik zou extra blij zijn met een vrouwelijke opvolger van de hogeschoolbestuurder’

Naast je bestuursfuncties op de HvA zit je ook in het verantwoordingsorgaan (VO) van het ABP. Waarom is meepraten- en beslissen zo belangrijk voor je?

‘Mijn hart ligt bij het onderwijs, en ik ben niet de jongste meer. Als ik klaar ben met werken wil ik niet “afgeschreven” zijn, ik wil mijn hersenen bezig houden en betrokken blijven bij het onderwijs. Daarom wil ik na mijn pensioen plaatsnemen in minstens een of twee bestuurlijke functies, zoals bij een Raad van Toezicht of een Raad van Commissarissen. De bestuursfuncties die ik nu heb, dragen bij aan die ambitie en bovendien vind ik het ook gewoon leuk om te doen.’

 

Toch deelt niet iedereen die passie. Zo worstelen de medezeggenschapsraden op de HvA al jaren met de verkiezingsopkomst en het vinden van kandidaten. Wat maakt het zo leuk? 

‘Dat is inderdaad heel lastig. Voor de CMR, moet ik zeggen, hebben we niets te klagen. Er waren genoeg aanmeldingen, onder wie 44 studenten. Dat is anders bij onze deelraad waar we twee studenten en vier medewerkers tekortkomen. Er is dus nog werk aan de winkel. We hebben de verkiezingen in de deelraad geëvalueerd en gaan dat ook doen in de CMR. Wat willen de medewerkers, wat willen de studenten en waarom loopt het geen storm, vooral bij de deelraden? Waarom blijft het aandeel studenten dat komt stemmen zo achter? Daarover ga ik ook in gesprek met onze communicatieadviseur.’

 

‘Wat het zo leuk maakt is de dynamiek in de groep. Het geeft energie om te zien hoe de studenten hun schouders eronder willen zetten en hoeveel zin ze hebben om te werken. In het persoonlijke gesprek dat ik met ze wil aangaan wil ik hen, en trouwens ook de medewerkers, vragen naar hun doelen. Hoe zorgen we er samen voor dat je aan het einde van dit jaar denkt: mijn bijdrage heeft echt iets opgeleverd.’

‘Vroeger was ik bang voor managementfuncties, nu zegt mijn man: kijk jou eens op je oude dag carrière maken’

Jouw benoeming tot voorzitter draagt bij aan een gelijkwaardige verhouding tussen mannen en vrouwen in bestuursfuncties op de HvA, en in jouw geval ook aan mensen van kleur in hoge functies. Hoe belangrijk vind je dat zelf?

‘Het valt me steeds vaker op in reclames dat je meer mensen van kleur ziet. Dat vind ik een goede ontwikkeling. Ook op de HvA moet het een weerspiegeling van de populatie zijn, het gaat om gelijkwaardigheid.  Maar als het gaat om kleur in bestuursfuncties, denk ik vooral: het belangrijkste is dat de gekozen mensen hun werk goed doen. Rolmodellen zijn belangrijk, maar ik mag aannemen dat ik op grond van mijn kwaliteiten ben gekozen en niet omdat ik een vrouw van kleur ben.’ 

 

Vlak voor de zomer schreef je met een aantal andere (ex-)CMR-leden een open brief: de HvA zou meer moeten doen aan diversiteit en inclusie. Nu sta je zelf aan het roer. Hoe wil je dat bereiken?

‘We hadden voorheen een commissie diversiteit en inclusie in de CMR, maar die was eigenlijk een beetje onderbemand. Die gaan we nieuw leven inblazen. Ik heb nu al van drie studentleden gehoord dat ze daar mee aan de slag willen. Fiona Frank (red.: docent, CMR-lid en medeschrijver van de open brief) trekt de kar. Deze commissie zal samen met het hogeschoolbestuur beleid kunnen maken voor een evenredige verdeling van mannen en vrouwen in functies. Daar is de HvA ook mee bezig, dat zie je bijvoorbeeld aan de decanen die steeds vaker vrouw zijn. Maar het gaat uiteindelijk om de vertegenwoordiging van de diverse populatie, dus ook om mensen met een functiebeperking of een andere seksuele achtergrond.’ 

Staan de neuzen in de CMR dezelfde kant op bij dit standpunt? 

‘Dat weet ik nog niet. Sowieso zal niet iedereen die mening delen, maar het maakt natuurlijk ook uit hoe je de discussie voert. Het is belangrijk dat we iedereen de mogelijkheid geven om de ander te mogen overtuigen.’

 

Hoe zorg je ervoor dat je kritisch blijft op het hogeschoolbestuur?

Lachend: ‘Ze kennen me inmiddels. Ze weten dat als mij iets niet bevalt, ik het altijd zal zeggen. En dan kan ik het prima een dag laten rusten en erover nadenken, maar als ik dan nog steeds voel dat het niet goed zit, dan geef ik ze een belletje of stuur ik een mail om te vragen: kunnen we het er nog eens over hebben? Kritiek is het bestuur wel van me gewend. Alleen moet ik nu natuurlijk wel de mening van de gehele CMR vertegenwoordigen. Ik zou niet zeggen dat dat een dingetje wordt, maar dat is wel iets waar ik goed op ga letten.’

 

Binnenkort wordt er een opvolger gekozen voor bestuursvoorzitter Huib de Jong, die inmiddels vertrokken is. Welke kwaliteiten moet deze nieuwe bestuurder hebben, volgens jou?

‘Wat mij betreft zou het een mensenmens mogen zijn met autoriteit. Iemand die mensen inspireert om harder te willen lopen. Voorop staat vooral dat de beste kandidaat moet worden geselecteerd, maar ik zal eerlijk zijn: ik ben extra blij als het een vrouw wordt. Als een man bijvoorbeeld een vacature ziet met tien eisen waarvan hij er over vier beschikt, dan zal hij vol overtuiging gaan solliciteren. Terwijl we als vrouwen met negen van de tien kwaliteiten alsnog kunnen denken: dan doe ik het maar niet. Wij vrouwen moeten elkaar steunen en motiveren, en net als de mannen ook fouten durven maken.’ 

 

‘Ik herken dat in mezelf. Vroeger was ik bang voor managementfuncties. Nu zegt mijn man: kijk jou eens op je oude dag carrière maken, haha! Ik heb het licht pas later gezien. Daarom vind ik het ook belangrijk om mijn studenten, vooral de meiden, te empoweren en zeg ik ze graag: zorg dat je financieel onafhankelijk bent en blijft. Dit is jouw leven.’