Esther Ras: ‘Ik weet dat een vrouw op deze decaanstoel bijzonder is’

16 september 2020
Beeld:

Daniël Rommens | Esther Ras kijkt mee met studenten in het robotlab.

Geplaatst door
Andrea Huntjens
Op
16 september 2020

Esther Ras begint in een roerig jaar als decaan van de faculteit Techniek. Hoe houd je studenten tevreden in een tijd waarin onderwijs geven zo beperkt wordt? ‘Het gros van de docenten heeft tot diep in de zomervakantie doorgewerkt.’

Is het een raar jaar om te beginnen als decaan?

‘Zeker, ik mag maar vier uur per week op de Leeuwenburg zijn. Op de vijfde verdiepingen zitten normaal gesproken allerlei afdelingen die elkaar nu afwisselen. Daardoor krijgt diegene die aanwezig, allerlei vragen te horen van studenten die langslopen. Ik heb opeens vijf functies in een. Maar die flexibiliteit moet je hebben, vind ik. Als ik als decaan de kantine aan kan wijzen, of iemand moet bellen om een diploma aan te vragen, dan doe ik dat. Het vraagt van mij een andere houding. Maar ik zet mijn deur open en denk: kom maar binnen, stel je vragen maar.’

Wie is Esther Ras?

Esther Ras werkte voor haar overstap naar de HvA in verschillende functies bij Fontys Hogescholen, het ROC Amsterdam en Hogeschool Inholland. Tijdens haar rol als opleidingsmanager op de HvA nam ze ook deel in de onderwijs- en onderzoeksraad van de hogeschool. Daarnaast zette zij zich vanuit de faculteit Techniek in voor de stuurgroep Studeren zonder belemmering.

Ook was ze betrokken bij de start van een innovatieve minor van de opleiding Forensisch Onderzoek. Daarin werkt de HvA samen met het Nederlands Forensisch Instituut, de Universiteit van Amsterdam (UvA), vier andere hogescholen en de Politieacademie. Studenten krijgen eerst tien weken les op de Politieacademie, om vervolgens als een soort reizend circus alle hogescholen te bezoeken voor verschillende vakken. 

‘De faculteit Techniek is een duidelijke faculteit, en dat zie ik ook terug in de studenten. Je ziet en voelt heel duidelijk wat er speelt. Als je op de onderste verdieping loopt, waar de onderzoeksruimtes zijn, dan zie je wat we aan het doen zijn. Ik vind het mooi dat ons onderzoek zichtbaar is in de stad. Laatst liep ik met een onderzoeker rond, die een watertje aanwees. Daar lag een buis die wij gemaakt hebben, die filtert het slib weg van de koperen tramrails rondom het Amstelstation. Dát vind ik de faculteit Techniek. Ik vind het mooi dat wat wij doen zo functioneel en tastbaar is.’

 

‘Het mooie aan techniek vind ik ook dat het zo veel tijd en moeite kost. Een oplossing ligt niet altijd voor de hand. Je moet doorzetten, want een apparaat laat zich niet zomaar sturen. Je moet de taal van het instrument gaan leren, dat vind ik er magisch aan.’

Beeld: Daniël Rommens

Hoe belangrijk vindt u het dat u als vrouw voor deze functie bent gekozen?

‘Ik vind diversiteit belangrijk, en de afgelopen jaren is er meer evenwicht gekomen in de man-vrouwverhouding op deze faculteit. Ik ben niet naïef: ik weet dat het bijzonder is dat er na zeventien jaar een vrouw op de decaanstoel van Techniek zit. Maar of ik daar trots op ben? Ik ben trots om de decaan te zijn van deze faculteit, maar niet omdat ik een vrouw ben.’

 

In 2022 verhuist de faculteit naar het Conradhuis. Wat levert dat gebouw volgens u precies op voor de faculteit?

‘Het onderwijs zoals we het nu kennen – klassieke lokalen met vier muren en een docent die een hoorcollege staat te geven – heeft niet veel bestaansrecht meer. We werken toe naar een interactieve rol van onderwijs. In het Conradhuis komen glazen studio’s, zodat iedereen kan zien waar we mee bezig zijn. Misschien kunnen we dan projecten doen met kunstinstellingen, of bijvoorbeeld met de opleiding toegepaste psychologie. En we gaan ons daar bezighouden met Amsterdamse vraagstukken, zoals de instortende kades en bruggen.’

‘Studenten zien alleen dat ze collegegeld moeten betalen, terwijl ze niet op school zijn, maar thuis op hun kamer zitten’

Aviationstudent Rogier van der Heijde startte afgelopen week een petitie voor korting op het collegegeld, omdat dit ondanks het online onderwijs duurder was geworden. De petitie is inmiddels ruim 9.000 keer ondertekend. Begrijpt u zijn standpunt?

‘Ik vind het belangrijk om de dialoog met elkaar te voeren. Rogier heeft ervoor gekozen om naar de pers te gaan, in plaats van te spreken met een opleidingscommissie, teamleider, opleidingsmanager of decaan. Ik weet niet of ik de manier waarop hij dat gedaan heeft, begrijp. Als hij zijn vraag een keer had voorgelegd bij een opleidingscommissie, dan had hij het misschien beter begrepen. Dan had hij niet zo boos hoeven worden en dan had ikzelf geweten: als hij de opleidingscommissie of -manager niet kent, kennen twintig anderen, of misschien wel vierhonderd anderen die ook niet. Ik vind dat een gemiste kans.’

‘Ik verwacht dat iedereen op deze faculteit – of je nou decaan bent of bij de receptie zit – tegen een student of medewerker die ergens mee zit, zegt: ga even zitten. En dat je dan uitlegt waarom we het nu zo doen. Als het nodig is leg je dan uit dat het gros van de docenten tot diep in de zomervakantie heeft doorgewerkt.’

 

‘Studenten zien alleen dat ze collegegeld moeten betalen, terwijl ze niet op school zijn, maar thuis op hun kamer zitten. Maar alles wat wij eraan doen om dat online onderwijs zo ver te krijgen, kost veel meer uren dan de contacturen die je hebt. Studenten weten niet dat als ze vorig jaar een euro betaalden voor een contactuur op school, dat diezelfde euro nu misschien maar tien minuten contacttijd oplevert, maar dat daar wel drie uur aan voorbereidingstijd in zit. Maar aan dat gevoel moet je ook gehoor geven.’

 

Wat verwacht u van het komende collegejaar?

‘Ik hoop dat we met goede zorg voor elkaar het gebouw open kunnen houden, zonder dat er mensen ziek worden. Daar ga ik – zo ver als ik dat kan – alles aan doen. Dan hoop ik dat volgend jaar de openingstijden van de gebouwen wat ruimer kunnen zijn. Maar dat hangt natuurlijk af van het gedrag dat we de komende tijd gaan laten zien.’