Column – Dingen die we volgend jaar echt achter ons moeten laten

2 juli 2020
Beeld:

Lo Andela & Daniël Rommens

Geplaatst door
Julia Kroonen Asis Aynan
Op
2 juli 2020

In het afgelopen schooljaar zijn er veel dingen gebeurd die columnisten Julia Kroonen en Asis Aynan niet meer terug willen zien. In hun laatste column van dit schooljaar praten ze over slome taalfouten, stomme eisen voor witregels en geforceerde interactie.

Julia: Het is zes uur ’s ochtends wanneer ik op mijn fiets stap om door de storm naar het station te fietsen. Als ik daar eenmaal aankom, hebben de treinen vertraging, heb ik geen zitplaats en moet ik dealen met alle yoghurt-smakkende medepassagiers. Aangekomen op de HvA, is het na deze ellendige anderhalf uur reizen tijd voor een welverdiende kop koffie. Dit jaar kwam ik een docent tegen die mij aan het begin van haar lessen gratis koffie aanbood. Docenten, neem hier volgend schooljaar een voorbeeld aan!

 

Asis: Julia, over koffie gesproken. Iedere ochtend word ik met de radio wakker. Terwijl ik rustig mijn percolator op het vuur zet en de presentator van dienst over de wereld verhaalt, moet er altijd reclame tussenkomen. Hoppa, weg rust.

 

Radioreclames zijn een crime, kunnen die alsjeblieft afgeschaft worden? Eén spot in het bijzonder, die van de particuliere school met de naam Winford. In die mallotige reclamespot zegt een moeder over haar nageslacht: ‘Maar uiteindelijk wil je toch het beste voor je kind.’ Uit-ein-de-lijk?! Uiteindelijk ga je dikke moneys betalen, a matti.

 

Luister je deze column liever? Asis en Julia lezen hem zelf aan je voor.

Julia: En die dikke moneys moet je dan uitgeven aan een slecht hoorcollege. In het woordenboek staan hoorcolleges beschreven als: ‘Les aan de hogeschool of universiteit waarbij de docent praat en de student luistert.’ Er zijn nog steeds docenten die het normaal vinden om tijdens een hoorcollege naar je toe te rennen en een microfoon in je gezicht te duwen. Waarom gebeurt dit?! Als ik interactie zou willen, dan was ik wel naar een werkcollege gegaan.

 

Asis: Maar tijdens die werkcolleges is de interactie nou ook niet je-van-het, hè. Tijdens een van die bijeenkomsten vond een student mijn uitleg ronduit belachelijk. Hoe we er op kwamen weet ik niet meer, maar ik vertelde dat de jeugdzorg een kind uit huis kon plaatsen als ouders hun kinderen verwaarlozen. Nogmaals, ik weet niet hoe we bij het onderwerp geraakten. Dus ik zei: als bijvoorbeeld ouders hun kind iedere dag frikandellen en friet als ontbijt geven. Zegt die student: ja, hoor, dan had ik dik in een inrichting geplaatst moeten worden. Volgend studiejaar dwaal ik maar meer niet te veel af.

Julia: Te veel witregels?! Dit is misschien wel het raarste dat ik ooit op de HvA heb meegemaakt.

Julia: Ik zou het juist fijn vinden als docenten wat losser les zouden geven. Zo had ik eens een docent die heel streng het format over het maximumaantal pagina’s per hoofdstuk naleefde. Echter is dat format negen van de tien keer niet realistisch en moet je gaan knutselen in Word om ruimte vrij te maken.

 

In het ergste geval zit je dan drie uur te photoshoppen en kom je vervolgens tot de conclusie dat het nog niet past. En op hulp van de docent kon ik destijds al helemaal niet rekenen: ‘Julia, je hebt te veel witregels. Kort het in, want je begaat een ernstige overtreding als je over het maximumaantal pagina’s heen gaat.’ Te veel witregels?! Dit is misschien wel het raarste dat ik ooit op de HvA heb meegemaakt.

 

Asis: Weet je wat niet meer past? Al die onzin die tussen het chips eten en netflixen door wordt getypt. Het past niet meer in mijn hoofd. Neem nou die student die het volgende schreef: ‘De client weet de procedure.’ Ik weet het niet meer hoor.

 

En wat ik echt niet terug wil zien in het studiejaar 20/21 zijn alle slome taalfouten. Ik zal hier maar niet beginnen over de persoonsvorm en het voltooid deelwoord. Maar door middel is niet aan elkaar, het moet doormidden, dat is wel aan elkaar.

 

Oja, het is te allen tijde en niet ten aller tijde, ter allen getijden, aan alle zijde of wat dan ook. En doe jezelf, mij en de rest van de wereld een klein plezier en gebruik geen gezegdes meer in je verslagen,  dat gaat geheid mis. Want als er geen bomen zijn dan kun je ook geen bos zien, een aap valt niet ver van de boom en je scheert ook niet iemand over de heg.