De klas van Asis – Het jonge leven als musical

25 juni 2020
Beeld:

Lo Andela

Geplaatst door
Asis Aynan
Op
25 juni 2020

Asis Aynan doceert aan de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening en schreef diverse boeken. Elke twee weken neemt hij je mee in zijn belevenissen, verwondering en plezier voor de klas. Deze keer over zijn leven als leerling in groep acht.

Op de radio vertelden groepachters dat iedere dag weer naar school fijn was. Ze keken ook uit naar hun eindmusical. De radioverslaggeefster van dienst vroeg aan een leerling of hij een grote rol had. De lerares greep snel in en zei dat er geen hoofd- of bijrollen waren. De daad van de lerares balde zich samen in mijn keel. In mijn tijd was het anders. Toen greep niemand in.

 

Luister je deze column liever? Asis leest hem zelf aan je voor.

Mijn laatste periode op de lagere school was een lange, nare kwelling. De ellende begon met de kinderpostzegels. Ik had een bedrag van 28 gulden aan postzegels huis-aan-huis opgehaald. Voor ik het wist, was het op aan snoep. Iedere dag zei ik tegen de leraar: Morgen. Tot hij tijdens rekenen ontplofte en vroeg: Waar zijn de centen?!

 

Ik durfde niet meer naar school en tijdens de schoolziekte bedacht ik plannen om aan geld te komen. Gelukkig heb ik geen van die hersenschimmen uitgevoerd. 

De school eiste dat ik mijn rol moest spelen in de eindmusical, omdat ik de klas niet in de steek kon laten

Toen het geldprobleem zich vanzelf oploste, sleepte ik mijn naargeestige kinderziel naar school, waarvan het zelfbeeld helemaal instortte toen het laagste schooladvies van de klas mij ten deel viel.

 

De pijnbank hield maar niet op, want het schoolkamp kwam er nog aan. Dat ik niet mee zou gaan stond vast, omdat ons gezin onmogelijk 120 gulden aan drie overnachtingen kon missen. Die 120 gulden lag in werkelijkheid stukken hoger, want ik had geen slaapzak, geen laarzen en geen uitrusting voor de bonte avond.

 

Natuurlijk loog ik tegen mijn klasgenootjes dat ik mee zou gaan. Op de dag van vertrek verdween ik in mijn bed. Eigenlijk wilde ik er pas na de zomervakantie uit, omdat ik niemand meer onder ogen durfde te komen. Op een dag werd er gebeld. Er werd natuurlijk weer niet ingegrepen, maar de school eiste dat ik mijn rol moest spelen in de eindmusical, omdat ik de klas niet in de steek kon laten. Ik weet nog zo goed dat ik wilde zeggen dat ik mij godverdomme altijd alleen en armoedig en armzalig voelde, maar ik had er de taal nog niet voor. Toen ik hoorde dat de school tegen de klas zei dat ik niet naar de musical kwam vanwege een nepziekte, wist ik zeker dat ik niet naar de einduitvoering zou gaan. Mijn jonge ik leefde al in een musical, waar ik niet meer in wilde, kon en zou spelen. 

 

Voor de groepachters uit de radioreportage en alle andere basisschoolverlaters: Toitoitoi! En als de lagere school een moeilijke tijd voor je is: het zuur wordt zoet.