De klas van Asis – De bom
Asis Aynan doceert aan de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening en schreef diverse boeken. Elke twee weken neemt hij je mee in zijn belevenissen, verwondering en plezier voor de klas. Deze keer: de hysterie van inzagemomenten.
Laat maar vallen, want het komt er toch wel van; het geeft niet of je rent, zong Doe Maar in de nadagen van de Koude Oorlog. Ik wil de coronaperiode niet met een oorlog vergelijken, degenen die dat doen maken zich trouwens ronduit belachelijk, want ik ben veilig en wel thuis en tussen mijn natjes en droogjes in werk ik en voor de laptop doe ik mijn workout. Maar overdrachtelijk viel de corona als een bom op onze levens. Sommige zaken als naar de kroeg, het zwembad en het filmhuis zijn uitgewist, tijdelijk.
Luister je deze column liever? Asis leest (en zingt) hem zelf aan je voor.
Ook in het onderwijs is er veel verdwenen, zoals de tentameninzage in een lokaal. Wat een zegen.
Ik moet misschien eerst zeggen dat het minst leuke aan het docentschap het nakijkwerk is. Het is geen ondankbaar werk, maar wel complex, neemt veel tijd in beslag en het resultaat van het harde werken vervliegt net zo snel als alcohol, want een nagekeken tentamen is bijna direct rijp voor de papierbak.
‘Een student kreeg ter plekke koorts in zijn kop en verscheurde voor mijn neus zijn essay in tien stukken’
Nadat een tentamen is nagekeken, worden de cijfers gepubliceerd en volgt voor de student een inzagemoment. Er is geen vergelijkbare situatie binnen het onderwijs waarin docent en leerling zo tegenover elkaar staan. Daarom zie ik altijd enorm op tegen dat moment.
De meeste studenten gebruiken het inzien, volledig terecht, om er punten bij te krijgen en de docent moet op zijn beurt zich verantwoorden waarom de gemaakte fout toch echt verkeerd is. Door dit tegengestelde belang ontploft er wel eens een bommetje.
Een voor mij onbekende studente, omdat ze niet naar de lessen kwam, huilde boven haar tentamen en zei snikkend dat ze een onvoldoende had, omdat ik haar niet mocht. Nog een studente maakte tijdens het inzagemoment enorm veel amok, ze vond het onbenullig dat ik ‘beide’ met een n fout rekende, maar het zelfstandig naamwoord stond er direct achter. Een andere student kreeg ter plekke koorts in zijn kop en verscheurde voor mijn neus zijn essay in tien stukken en smeet het in de prullenbak, dat wel.
Nee, de inzages mis ik niet. Aaoei.