Leraar zonder lokaal – ‘Ik zat te vergaderen in de speeltuin’

7 mei 2020
Beeld:

Privéarchief Paul Voorn

Geplaatst door
Linette van Vlodrop
Op
7 mei 2020

Docenten hebben zich door de coronacrisis razendsnel moeten aanpassen, en geven al weken onderwijs vanuit huis. In een korte serie vertellen HvA’ers hoe het ze vergaat. Vandaag Paul Voorn, docent gezondheid. ‘Een student mailde dat ik niet meer zo veel grapjes maak.’

Welke impact heeft lesgeven op afstand voor jouw persoonlijke leven?
‘Ik heb twee jonge kinderen en mijn vrouw is arts op de intensive care. Zeker in het begin was thuis lesgeven heel zwaar. Onze kindjes waren ziek en ze mochten niet naar de opvang. Het was geen keuze wie er thuisbleef: dat was ik. Ik wilde er ook voor mijn vrouw zijn, en als vader. Overdag hield ik me met de kinderen bezig, ‘s avonds nam ik colleges op.’

 

Hoe zag dat eruit?
‘Tussen 8 uur en half 10 ‘s avonds gaf ik een live college aan mijn studenten of ik nam de online colleges de avond van tevoren op. De eerste paar weken was het wennen: zo zat ik in de speeltuin met de kinderen met een koptelefoon op te vergaderen. De laatste weken is het weer normaal, ze gaan nu drie dagen per week naar de opvang.’

Beeld: Privéarchief Paul Voorn

Waar liep je nog meer tegenaan?

‘Ik coördineer ook jaar 1 en 2 van de opleiding oefentherapie en daarnaast een minor. In het begin waren er veel vragen van studenten. Dingen als: hoe gaat het verder met de kennistoets of kunnen we nog wel stage lopen? Ze moesten namelijk twee weken stage lopen in een verzorgingshuis. Als coördinator denk je: wat moet er georganiseerd worden? We hebben bedacht dat alle leerdoelen hetzelfde blijven. Het doel is bijvoorbeeld om oudere mensen in beweging te krijgen. Nu doen studenten dat nog steeds, maar ze volgen dan iemand via videobellen.’

 

Houd je het nog vol, en zou je liever weer fysiek les willen geven?
‘Tuurlijk wil ik liever fysiek lesgeven. Ik weet niet hoe lang dit vol te houden is. Ik merk het ook aan collega’s. Zij zeggen: waarom nemen we niet even pauze om alles beter uit te denken? Maar we willen het jaar ook zo goed mogelijk afronden.’

 

Welk effect heeft dit alles op jouw manier van lesgeven?
‘We worden veel creatiever met het gebruik van digitale middelen; door het inzetten van vlogs en discussieborden bijvoorbeeld. Maar het komt niet meer in de buurt van de normale interactie, en dat is een groot gemis. Eerder kon ik iemand direct aanspreken: wat heb je leuke kleren aan, of: wat zie je er down uit. Dat kan niet meer.’

‘Ik zit gewoon tegen een scherm aan te kijken, en ik weet niet of mensen mij horen. Het enthousiasme komt niet meer over’

Raak je studenten ‘kwijt’ nu ze fysiek uit beeld zijn?

‘Absoluut. Ik kreeg een mail van een van mijn studenten die letterlijk schreef: “Je maakt niet zo veel grapjes meer”. Ze doen allemaal hun camera niet aan. Ik zit gewoon tegen een scherm aan te kijken, en ik weet niet of mensen mij horen. Het enthousiasme komt niet meer over. In de minor was deze groep niet te houden van enthousiasme, maar online zie je dat steeds twee dezelfde mensen antwoord geven.’

 

‘In het begin vroeg ik: hoe is het met iedereen, wanneer kunnen we weer naar school? Dat is nu veel minder. We zouden dat eigenlijk elke keer moeten vragen.’

 

We horen over studenten die geen – of minder – collegegeld willen betalen voor deze vorm van onderwijs. Wat vind je daarvan?

‘Lastig. Ik snap het ergens wel. Waar betaal je nou collegegeld voor… Nou, voor de mogelijkheden die er nu worden gecreëerd. Ik begrijp dat je zo denkt als je inkomen wegvalt door het verliezen van je baan en je minder contacturen hebt dan in het fysieke onderwijs. Het heeft ook met geld te maken: niet alle studenten hebben goede wifi of zijn in het bezit van een goede laptop.’