Julia Juicht – ‘Een samenleving op anderhalve meter is zo slecht nog niet’
Julia Kroonen (19, Creative Business) komt uit Liempde in Noord-Brabant en studeert voor het eerst op de HvA. In haar tweewekelijkse column schrijft ze op wat ze tegenkomt in het studentenleven. Leven we straks in een anderhalvemetersamenleving? Julia hoopt van wel.
Er is geen ontsnappen meer aan: we gaan de komende tijd leven in een anderhalvemetermaatschappij. En hoewel iedereen een horrortoekomst tegemoet ziet, wil ik jullie graag moed inspreken. Zoals alle 5G-gekkies al zeggen: ‘laat je niet bang maken!’ De anderhalvemetermaatschappij is zo slecht nog niet.
(Wil je deze column liever luisteren? Dat kan via het audiofragment hieronder.)
Als ik naar het station fiets, heb ik altijd haast. Ik ben al niet te spreken over hoe vroeg ik moet opstaan, laat staan als ik ook nog in regen en wind de vijf kilometer moet trotseren. Chagrijnig race ik naar het station. Eenmaal onderweg, overkomt me regelmatig de grootste shit ooit: een groepje jongeren fietst in slow motion met zijn zessen naast elkaar. Ten eerste is dat illegaal, ten tweede haalt het mijn bloed onder mijn nagels vandaan. Wat ik dan graag wil? Met mijn krakkemikkige stationsfiets hen net als bij Mario Kart aan de kant beuken. Ik kan niet wachten tot de HvA weer opengaat: deze fietsers ga ik in een anderhalvemetermaatschappij dus echt niet meer tegenkomen.
Wat ook fijn is, is dat er nu een soort van smetvrees is ontstaan. Zo moet ik altijd van station Amstel naar de Wibautstraat met de metro. Lekker met honderd andere medepassagiers – die god weet wat voor ziektes meedragen – stap ik in die veel te kleine metro. Met z’n allen pakken we de inmiddels warme stang vast, die echt één keer in de drie jaar schoongemaakt wordt. In mijn hoofd fantaseer ik over alle vieze types die deze stang zo warm hebben gemaakt. Met als gevolg dat ik kotsmisselijk de metro uit stap. Dames en heren, pak de champagne er maar bij: de metroreis wordt in de toekomst een stuk aangenamer.
‘Pak de champagne er maar bij: de reis met de metro wordt veel aangenamer’
Tot slot kun je doei zeggen tegen volle klassen. Misschien is dit wel het meest positieve nieuws. Nooit meer voor de klas staan en naar dertig ongeïnteresseerde gezichten kijken. De ultieme ondergang doordat je je tekst vergeet is straks ook minder erg, want de klassen worden vanwege die anderhalve meter een stuk kleiner. Daardoor zijn er hoogstens tien mensen die jouw presentatie zullen zien. Met zoveel lege stoelen voel je gelijk positieve vibes. Het lijkt wel alsof er niemand in het publiek zit, heerlijk.
Na mijn laatste les ga ik weer terug naar Brabant. De zon is inmiddels al honderd jaar ondergegaan. In de huidige maatschappij is het van belang dat ik als vrouw elk moment op mijn hoede moet zijn voor mogelijke verkrachters, moordenaars, of andere psychopaten. Vooral in de grote stad is dit het belangrijkste ooit. Zelf word ik er altijd enorm onrustig van, omdat ik na een dag flink studeren ook wel een keer wil ontspannen. Alsof deze debielen mij nu nog gaan aanvallen, als ze door één aanraking al op de intensive care kunnen belanden. De straten worden dus een stuk veiliger. En tegen alle psychopaten die alsnog ongewenst studenten aanraken, wil ik zeggen: ‘Krijg de Corona’.