Lector Topsport neemt afscheid: ‘Misschien kom ik nog eens terug als rector’

27 februari 2020
Beeld:

Antonisse, Marcel (via Wikimedia Commons) | Zwemmers Cees Vervoorn (links) en Edward Maasdijk bij een zwemtoernooi in 1981

Geplaatst door
Andrea Huntjens
Op
27 februari 2020

Cees Vervoorn werkte twintig jaar op de HvA. Daarnaast zat hij in de bestuursraad van Ajax, en deed hij als zwemmer ooit mee aan de Olympische Spelen. ‘Ik heb me eigenlijk nooit afgevraagd hoe ik alles kon combineren. Ik heb het gewoon gedaan.’

U begon hier twintig jaar geleden. Hoe ging het er toen op de HvA aan toe?

‘Ik startte een paar jaar na de oprichting. Toen was er een duidelijke koers: we moesten groeien, de cijfers in het zwart en studenten werven. Het was in het begin een gezamelijke ontdekkingsreis. Nu is het een enorme organisatie, maar dat was toen echt nog niet zo. De locaties lagen verspreid over de stad, dat is veel meer een eenheid geworden. We kregen een nieuw gebouw. Wist je dat waar nu het Dr. Meurerhuis staat, vroeger een windhondenrenbaan lag?’

Cees Vervoorn

Cees Vervoorn (Den Haag, 11 april 1960) neemt na twintig jaar afscheid van de HvA. Hij begon als zwemmer en deed mee aan de Olympische Spelen in 1976, 1980 en 1984. In dat laatste jaar, en in 1988 en 1992, was hij ook olympisch coach. Bij de HvA begon hij in 1999 als directeur van de ALO. Vanaf 1 maart is hij werkzaam bij het Kenniscentrum Sport & Bewegen. Vanaf 2006 werkte Vervoorn als decaan van de faculteit Bewegen, Sport en Voeding. Sinds 2010 was hij lector Topsport en Onderwijs. Daarnaast zat hij onder andere in de bestuursraad van Ajax.

Wat is u uit al die tijd bijgebleven?

‘Voor het nieuwsbericht over mijn vertrek op de HvA-website, moest ik opschrijven wat ik de afgelopen jaren allemaal heb gedaan. Toen ik dat teruglas, dacht ik wel: joh, dat heb ik óók nog gedaan. Ik begon bij de ALO en kwam via allerlei functies bij het lectoraat Topsport & Onderwijs terecht. Aan de HvA studeren nu jaarlijks 250 topsporters. Bekende voorbeelden zijn schaatser Thomas Krol en voetballer Jan Vertonghen.’

 

‘Om topsport te combineren met onderwijs had je al de Johan Cruyff University, dat was echt een voorloper. Maar daar kon je alleen Commerciële Economie studeren. Niet iedere sporter wil econoom worden. En niet iedere student die zijn studie wil combineren met iets anders, is topsporter. Sommige spelen in bands, hebben een onderneming. Die studenten moeten dat allebei kunnen doen.’

Beeld: HvA | Cees Vervoorn

Had u ooit verwacht hier zo lang te blijven werken?

‘Absoluut niet. Ik dacht: over zeven jaar ga ik weer werken in de sport. Maar de HvA is middenin Amsterdam, ik had opgroeiende kinderen. Ik wilde hier blijven. En ik had het idee dat ik een klus had af te maken: om topsport en onderwijs te verbeteren. Na twintig jaar heb ik die wel af gemaakt, vind ik.’

 

Uw promotor zei in 2012 tegen universiteitsblad Folia: ‘Ik zie Cees nog wel eens rector van de HvA worden.’

‘Ik heb daar wel interesse in gehad, maar voor heel sterk beleidsmatige functies heb ik niet genoeg geduld. Ik hou meer van het praktische. Je weet het nooit, wie weet kom ik nog eens terug als rector. Maar aan de andere kant ben ik zestig: over zes à zeven jaar is het klaar voor mij.’

‘In dit werkveld zijn olympische successen nooit verkeerd’

Hielp uw topsportcarrière bij het combineren van al die functies?

‘Zeker. Als topsporter ga je ergens voor. Je traint niet voor de lol, maar om de Olympische Spelen te halen. Daardoor liep ik ook nooit weg voor een uitdaging. Ik heb me eigenlijk nooit afgevraagd hoe ik al mijn functies kon combineren. Ik heb het gewoon gedaan. En in dit werkveld zijn olympische successen nooit verkeerd. Daardoor kon ik op de HvA een boegbeeld voor de sport zijn, wat misschien niet zo was geweest als ik onbekend was. Dat zal zeker ook helpen bij mijn nieuwe baan.’

 

‘Sommige collega’s van mijn leeftijd herkenden mijn naam uit de krant. Studenten zegt dat natuurlijk niks meer, maar mijn portret hangt wel op de HvA. Mijn dochter studeert nu ook op onze faculteit en soms zeggen studenten tegen haar: “Ik zag een foto van je pa hangen!” Erg leuk vind ik dat.’