Stage: Esmee schrijft verhalen voor National Geographic

24 januari 2020
Beeld:

Tim van den Broek

Geplaatst door
Tim van den Broek
Op
24 januari 2020

Vroeg of laat begin je als HvA’er aan een stage. Wat leer je daar en wat doe je eigenlijk als je voor het eerst de werkvloer op gaat? Esmee is redactiestagiair bij National Geographic Magazine, Traveler en Historia in Amsterdam.

Waar loop je stage?
‘Bij National Geographic Magazine. Het moederbedrijf zit in de VS, maar wij hebben een licentie op het blad. Dat betekent dat de meeste verhalen uit Amerika komen. Wij krijgen dan artikelen binnen die freelancers voor ons vertalen, maar soms krijgen we ook vrijheid om eigen producties te maken met een Nederlandse of Belgische invalshoek.’

Bio

Naam: Esmee Bakker

Leeftijd: 21

Functie: Redactiestagiair

Studie: Creative Business

‘Als stagiair maak ik hier vooral de korte nieuwsartikelen, maar lees ik ook veel vertaalde stukken, zodat die eventueel gecorrigeerd kunnen worden. Na een maand begon ik ook met wat marketingwerkzaamheden, dan schrijf ik bijvoorbeeld abonneebrieven en denk ik mee over advertentieteksten en het ontwerp daarvan. Dat vind ik ook superleuk om te doen.’

 

Wat leer je hier wat je niet op je studie leert?
‘Op je studie leer je veel theorie, maar niet hoe zo’n redactie nou eigenlijk te werk gaat. Hoe bijvoorbeeld deadlines werken, de rollen verdeeld worden en hoeveel tijd je nodig hebt om een artikel te maken. Op school leer je de schrijfvaardigheid en interviewtechnieken, maar niet dat daar nog veel meer bij komt kijken.’

 

‘Als je foto bijvoorbeeld niet hoogwaardig genoeg is, kan je wel fluiten naar de publicatie van je verhaal. Ook leerde ik dat je overal credits voor nodig hebt; ik belde ‘s ochtends soms het hele land af om te vragen waar een foto vandaan kwam.’

Beeld: Tim van den Broek

Wat vind je het leukst aan je stageplek?
‘Ik krijg veel verantwoordelijkheid. Zo ben ik heel trots op een verhaal dat ik maakte over een fotograaf die mensen portretteerde die afstammen van Depokkers, een groep Indonesische vrijgemaakte slaven die na de dood van hun Nederlandse eigenaar zijn land erfden.’

 

‘De redactie in de VS publiceerde een verhaal over het allerlaatste slavenschip dat naar Amerika voer en dat een fotograaf de nazaten van deze slaven portretteerde, dus vond ik een verhaal dat vergelijkbaar was met onze Nederlandse, koloniale geschiedenis.’

 

‘Samen met de hoofdredacteur van het magazine interviewde ik de fotograaf en een Australische historicus, die gespecialiseerd is in migratie, en schreven we er een artikel over. Dat verhaal staat nu gedrukt in de nieuwste uitgave.’

Wat vind je minder leuk?
‘Sommige kantoorklusjes. In mijn eerste week moesten er scheurkalenders met ingestuurde foto’s van lezers naar iedereen verstuurd worden. Dat ging niet automatisch, dus moest ik 365 verschillende verzendlabels schrijven met de bijhorende adresgegevens. Dat is een minder leuk klusje, en ik had aan het einde van de dag wel pijn in mijn hand. Maar eigenlijk is zoiets daarna nooit meer voorgekomen.’

 

Zou je hier na je stage willen werken?
‘Als het kan, zeker. Het is echt heerlijk om op een plek te werken waar iedereen zo veel passie heeft. De onderwerpen liggen mij heel goed, want ik vind milieu, natuur en geschiedenis heel interessant. Maar voor ik ga werken, ga ik in oktober eerst samen met mijn vriend een jaar reizen door Zuid-Amerika, Oceanië en Azië. Maar tijdens de reis zijn we ook van plan om te freelancen, door daar te fotograferen en schrijven.’