Soraya is student én wereldkampioen taekwondo

12 december 2019
Beeld:

Tim van den Broek en Vechtsport Benelux

Geplaatst door
Tim van den Broek
Op
12 december 2019

Elke dag minstens vier uur trainen en na een wedstrijd in het buitenland nog even blokken voor een tentamen in het vliegtuig. Zo ziet de studententijd van Soraya Wahjudi (21, Fysiotherapie) eruit. Hoe houdt ze de ballen hoog?

Je bent topsporter in taekwondo en bent genomineerd voor de Viva400 als krachtpatser. Hoe ben je eigenlijk op deze vechtsport gekomen?
‘Dat komt door mijn vader, want hij had de zwarte band in karate al toen ik een baby was. Mijn moeder bracht me altijd mee in de Maxi-Cosi en dan keken we naar zijn karatewedstrijden. Toen ik vier was, ging ik zelf ook op karate en deed al mee met een aantal wedstrijden. Op mijn veertiende ging ik op taekwondo, haalde de zwarte band en schreef me in voor EK’s en WK’s.’

 

‘Taekwondo lijkt veel op karate, maar ik maakte de overstap omdat karate toen nog geen olympische sport was en taekwando wel. Mijn doel is om mee te doen met de Olympische Spelen. Dat is toch wel het hoogste wat je kan halen, en niet iedereen kan dat. Maar in 2024 hoop ik er wel te staan.’

'Mijn doel is nog steeds om mee te doen met de Olympische Spelen'

Hoe combineer je deze ambitie met je studie?
‘Als er veel wedstrijden gepland staan, moet ik mijn tentamens eerder maken. Sommige colleges zijn dan nog niet eens geweest. Als er een wedstrijd in het buitenland is, studeer ik soms in het vliegtuig. Of ontmoet ik andere spelers die ook student zijn en gaan we met z’n allen blokken in de Starbucks.’

 

‘Verder train ik elke dag wel vier uur, vaak na colleges en tot in de late avonduurtjes, twaalf uur ’s nachts is daarin mijn afgesproken eindtijd. Een avondje stappen met mijn vriendinnen gebeurt hooguit één keer in de drie maanden. Dat is wel echt sad.’

‘Als ik voor een wedstrijd naar het buitenland vertrek, studeer ik ook in het vliegtuig’

Ben je niet bang dat je later spijt hebt van je drukke studententijd?
‘Nee, ik ben wel heel blij met wat ik doe. Als het kan, wil ik zelfs nog meer trainen. Sommige topsporters trainen zes tot tien uur per dag, dat lijkt me heerlijk. Van het trainen krijg ik veel energie en het maakt me echt blij. Geen idee waarom.’
 
Hoe zie je de toekomst?
‘Het liefst wil ik later mijn vader’s karateschool overnemen. Hij vertelt me altijd dat het als vrouw heel moeilijk is, omdat de vechtsport echt een mannenwereld is. Als vrouw moet je toch titels behalen om jezelf te bewijzen, en die titels heb ik al. Mensen nemen mij dan wel snel serieus en zien me niet als dat kleine meisje.’