Wat doet een ergotherapeut nou precies? Oguz, Marjo en Maud aan het woord
Iedereen weet wel wat een fysiotherapeut doet. Maar wat is dat andere paramedische beroep ergotherapie nou eigenlijk? Drie studenten nemen je mee in hun dagelijkse werk.
Van revalidatiecentrum tot bierbrouwerij en van psychiatrisch patiënt tot jong kind: een ergotherapeut helpt verschillende mensen bij allerlei soorten organisaties. Kort gezegd lost een ergotherapeut praktische problemen op binnen drie domeinen van het dagelijks leven. Wonen en zorg, werken en leren en vrije tijd.
Hoe? Dat vertellen drie studenten.
Marjo Lelie (43, Bierbrouwerij De Prael)
‘Bierbrouwerij De Prael wordt gerund door mensen met psychische problemen, die daardoor een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Als ergotherapeut ga je op zoek naar oplossingen voor praktische problemen die deze mensen in hun werk tegenkomen. Dat onderscheidt ons van andere hulpverleners: wij richten ons echt op het ‘doen’ en oefenen, in combinatie met gesprekken.’
‘Ik hielp bijvoorbeeld een man met schizofrenie. Hij raakt heel snel overprikkeld van geluid. En dat terwijl hij op de productieafdeling werkt, waar de hele dag herrie is en de radio op volle sterkte brult. Hoe los je dat op?’
‘Ik als ergotherapeut bedenk in mijn hoofd dan allerlei mogelijkheden, en kies daaruit de best passende. Een geluidsdempende koptelefoon? Dat vind hij er niet waarschijnlijk niet uitzien. De radio uit? Dat kan onder geen beding vanwege de andere collega’s. Overplaatsing? Dat is niet wenselijk want hij doet zijn werk met ziel en zaligheid. Toen bleef over: meer pauzes. Nu gaat hij ieder uur even naar buiten.’
Oguz Yarlibucak (25, Revalidatiecentrum Reade)
‘Bij Reade ondersteun ik mensen die een dwarslaesieEen dwarslaesie is een onderbreking van de zenuwbanen die in het ruggenmerg lopen, waardoor verlamming kan ontstaan. hebben opgelopen. Een dwarslaesie heeft natuurlijk een enorme impact op het lichaam, maar voor zo iemand verandert het dagelijks leven ook ingrijpend. Dat is waar ik om de hoek kom kijken.’
‘Ik heb iemand begeleid die na het gebruik van lachgas een dwarslaesie heeft opgelopen. School afmaken was bij deze cliënt topprioriteit. Concreet betekende dat dat hij weer met een rugzak van vijf kilo naar school moest kunnen reizen. Eerst tien minuten lopen, daarna met de bus en metro en hij wilde ook weer kunnen lopen in de drukke schoolgangen.’
‘Je gaat als ergotherapeut dit letterlijk met iemand oefenen, dus je gaat de busrit samen maken met die rugzak op. Daarnaast wilde hij weer een eitje voor zichzelf kunnen bakken en zich aan- en uitkleden. Vroeger deed hij dat staand in dertig seconden, nu moet hij dat zittend op een bed doen.’
Maud Zandbergen (20, Heliomare)
‘Ik zit op de afdeling kinderrevalidatie van Heliomare in Heemskerk. Wij zitten in hetzelfde pand als een grote school voor kinderen met een beperking. Het is een combinatieschool voor zowel basis- als voortgezet onderwijs.’
‘Een van de kinderen die ik help is een jongetje van zeven. Hij heeft een spierziekte, waardoor hij in een rolstoel zit. De ontwikkeling van zijn motoriek gaat door zijn ziekte moeizaam. Maar hij wilde heel graag zijn naam kunnen schrijven. De ergotherapeut helpt dan. Wij halen hem bijvoorbeeld een halfuurtje uit de klas om te schrijven, knippen of knutselen, om zo de fijne motoriek te ontwikkelen. Maar we helpen ook met praktische zaken. Zo hebben we bij de gemeente een passende rolstoel voor hem aangevraagd.’
‘Hoewel je je heel erg op de praktijk richt, moet je ook wel wat van gesprekken voeren weten. Vooral met ouders. Het duurt soms namelijk langer dan verwacht voordat het doel van een kind behaald is, en dat moet je aan de ouders vertellen. Daarbij betrekken we de ouders ook bij het plan dat we maken voor een kind, zodat ze bepaalde oefeningen samen thuis kunnen doen.’