Van afteren tot zagen – dit is Het Grote Drugs-ABC
Dag en nacht feesten, optredens van veelbelovende dj’s en ook – laten we eerlijk zijn – pillen, lijnen en ballonnen. Deze week begint ADE en daarom schenken we aandacht aan drugs. Vandaag: Het Grote Drugs-ABC.
Natuurlijk weet je wat een jonko is, maar ken je chemseks, kabouterpost en peppuccino al? Wij praten je bij over alle drugstermen die je in het uitgaansleven tegen kunt komen.
A – Afteren
Ben je naar een festival geweest? Dan ga je door naar het volgende feestje, de afterparty.
B – Bijpakken
‘Inkakken is bijpakken’, zo luidt de gevleugelde uitspraak. Daarmee wordt een nieuwe dosis drugs bedoeld.
Op zaterdag flink gefeest met een pilletje op? Dan voel je je dinsdag leeg of zelfs depressief
C – Chemseks
Seks tussen twee of meerdere mannen onder invloed van bijvoorbeeld GHB, Crystal Meth of cocaïne. Doordat de seks vaak onbeschermd is, ziet de GGD veel deelnemers op hun poli die een soa opgelopen hebben.
D – Dinsdagdip
Op zaterdag flink gefeest met een pilletje op? Dan voel je je dinsdag leeg of zelfs depressief. Want dat euforische liefdesgevoel tijdens je trip wordt veroorzaakt door het geluksstofje ‘serotonine’. En dat is een paar dagen na gebruik op.
E – Experimenteren
Alcohol, wiet, speed of xtc: veel studenten experimenteren wel eens met losse drugs, of combineren ze met elkaar. Let bij deze combinaties wel goed op, omdat sommige drugs niet samen kunnen. Deze tabel geeft je meer informatie.
F – Flakka
Ook bekend als de zombiedrug. Gebruikers treden tijdens de vier uur durende trip helemaal buiten zichzelf door hallucinaties en gedragen zich psychotisch. Vooral populair in de VS, waar soms naakte gebruikers van straat worden gehaald.
G - GGD
Wist je dat je bij de GGD anoniem je drugs kunt laten testen? Zo weet je zeker dat jouw pillen niet vervuild zijn. Deze week is de drugstestservice, vanwege ADE, zelfs extra lang open.
H – Hannah Montana
Niet te verwarren met de gelijknamige Disneyserie met Miley Cyrus. Hannah Montana is namelijk ook de codenaam voor cocaïne.
I – Inslaan
Een kwartiertje, halfuurtje, soms wel drie kwartier gaat voorbij. Maar dan gebeurt het: je voelt ’m. De drugs slaan in.
J – Jonko
Wie kent hem niet, dé straatterm voor een jointje, ofwel een gerolde sigaret met hasj of wiet erin. Wiet is de op twee na meest gebruikte drug onder jongeren in Amsterdam.
K – Kabouterpost
Het kleine gevouwen envelopje waarin cocaïne geleverd wordt.
L – Lachgas
Waar je de patronen van een slagroombus nog meer voor kunt gebruiken? Voor een ballonnetje met lachgas. De trip van lachgas wordt veroorzaakt door een korte storing in je hersenen en duurt ongeveer een halve minuut, waarin je – natuurlijk – vooral moet lachen. Er is nog veel onduidelijk over de gevolgen op lange termijn.
M – Mdma
Mdma is de werkzame stof in xtc, maar ook puur te gebruiken. Het komt in de vorm van kleine (soms geplette) kristallen die gebruikers op hun pink dippen en doorslikken. Mdma staat erom bekend dat het moeilijk te doseren is.
De peppuccino bestaat uit koffie, een scheutje melk en een mespuntje speed
N – Nakkie
Een snuif cocaïne heet doorgaans ook wel een mespuntje, niffie, lijntje of nakkie.
O – Out gaan
Wanneer je tijdens drugsgebruik bewusteloos raakt. Kan voorkomen door een overdosis of combinatie van drugs. Gaat iemand in je vriendengroep out? Leg hem of haar dan in een stabiele zijligging zodat het ademen door kan blijven gaan en roep meteen medische hulp in.
P – Peppuccino
Een peppuccino bestaat uit koffie, een scheutje melk en een mespuntje speed. Sommige studenten gebruiken de adrenalinekick die ze hiervan krijgen om voor een tentamen te leren of een scriptie te schrijven.
Q – Qlimax
Ieder jaar feesten 30 duizend mensen de nacht weg in het Gelredome tijdens Qlimax, een groot hardstylefeest. Hardstyle en hardcorefeesten die in de jaren tachtig ontstonden waren de opmars naar het gebruik van synthetische drugs in Nederland.
Steek je na flink wat biertjes nog een joint op? Dan word je stronken
R – Ritalin
Ritalin is oorspronkelijk geen drug, maar een medicijn waardoor ADHD’ers zich beter kunnen concentreren. Onder studenten zijn de pillen populair, omdat ze vermoeidheid tegengaan.
S – Stronken
Steek je na flink wat biertjes nog een joint op? Daar word je hartstikke stronken (stoned + dronken) van.
T – Trippen
Ook wel spacen. Dat is de periode waarin je onder invloed van drugs bent. Afhankelijk van de drug heb je hallucinaties, veel energie, een liefdesgevoel en geen besef van tijd.
U – Urinetest
Maritiem officieren en verpleegkundigen opgelet: drugsgebruik is lang terug te zien in je urine. Sommige werkgevers mogen je dwingen mee te werken aan een urinetest, als (regelmatig) drugsgebruik in jouw baan gevaar voor je omgeving, collega’s of patiënten kan vormen.
V – VOG
Als je wordt veroordeeld voor drugsbezit staat dat op je Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Als je onder de 23 bent blijft het twee jaar staan, boven de 23 is dat vier jaar. Kan heel vervelend zijn als je gaat solliciteren bij de overheid, in de zorg of in het onderwijs.
W – Wasstraat
Word jij gepakt met meer dan de gebruikershoeveelheid, dan kom je in de zogenoemde wasstraat achter de beveiliging, waar de politie zit. Advies van advocaten: ga niet akkoord met meteen een boete betalen en terugkeer naar het festival (dat betekent ook een strafblad), maar maak gebruik van een advocaat.
X – XTC
Nog altijd een van de populairste drugs onder studenten. Xtc, ectasy of een pilletje: lichten en geluiden worden intenser als je deze drug neemt. Het pilletje werkt na ongeveer drie kwartier en de trip duurt een paar uur.
Y – Yogasnuiver
De ironische term voor hoogopgeleide twintigers en dertigers die doordeweeks een gezond leven leiden vol groene smoothies en rondjes sportschool, maar in het weekend feesten met een pilletje of snuif coke.
Z – Zagen
Ook wel kaakschaatsen genoemd. Gebruikers van xtc bewegen hun onderkaak snel heen en weer, als bijwerking van de drugs. Een kauwgompje kan soms helpen om niet je wang of lip stuk te bijten