Broer en zus op de werkvloer: ‘Goed dat we een andere functie hebben’
Suzan Stekelenburg
Niels en Jenna Nanning werken allebei op de afdeling Studentenzaken. Op nationale Broer en Zus Dag vertellen ze over hoe het is om naast familie, ook collega’s te zijn.
Gebruik maken van de ander z’n spellingskills en appen over de laatste kantoorroddels: samenwerken als broer en zus is niet alleen handig, maar biedt ook andere voordelen. Niels (21, student Bedrijfskunde) en Jenna (20, student English Language and Culture op de UvA) zien elkaar drie dagen per week op de werkvloer, én delen hun ouderlijk huis in Den Helder.
Hoe zijn jullie collega’s geworden?
Niels: ‘Ik werkte al een tijdje bij deze afdeling. Een surveillant was langdurig ziek, dus er was vervanging nodig. Ik dacht meteen aan Jenna. Zij deed het drie maanden en rolde er op die manier in.’
Jenna: ‘We werkten eerder al samen bij het bedrijf van onze oom, dus we zijn het gewend om elkaars collega te zijn.’
Wat doen jullie bij Studentenzaken?
Niels: ‘Ik hou me vooral bezig met student engagement, het verbinden van studenten aan de medezeggenschapsraad. In deze functie werk ik op verschillende HvA-locaties.’
Jenna: ‘Ik werk bij het International Office, waar ik buitenlandse studenten begeleid die op de HvA komen studeren. Ik zorg er bijvoorbeeld voor dat ze allemaal een visum hebben en ingeschreven worden bij de gemeente Amsterdam.’
Jullie werken samen én wonen allebei thuis. Worden jullie niet gek van elkaar?
Jenna: ‘Nu is het leuk, maar het is goed dat we duidelijk een andere functie hebben en niet op elkaars lip zitten. Anders zouden er denk ik wel irritaties ontstaan.’ Niels: ‘Nu hebben we elkaar ook nog wat te vertellen, ‘s avonds tijdens het avondeten.’
‘Ik vind het leuk om bij haar te klieren als we samen werken’
Welke karaktereigenschap van de ander komt goed van pas op de werkvloer?
Niels: ‘Jenna is heel goed in taal en spelling. Dat komt goed uit, want ik en andere collega’s maken daar slim gebruik van. Ze werkt keurig en gecontroleerd, en ze combineert haar studie heel goed met dit werk.’
Jenna: ‘Niels is heel sociaal, iets wat heel erg bij zijn functie past. Soms zou ik zo direct willen zijn als hij. Die duidelijkheid is soms handig in bepaalde werksituaties.’
Wat zijn de voordelen van je familie als collega?
Niels: ‘Het is leuk dat we roddels van elkaars afdeling kunnen vertellen. En handig: als ik worstel met het formuleren van een zin, roep ik ‘m hardop en roept Jenna vanzelf haar oordeel terug.’ Jenna: ‘Soms zie ik ‘s ochtends taart in de kantine staan, dan app ik Niels meteen: ‘taart!’
Niels: ‘Ik vind het leuk om bij haar te klieren als we samen werken. Als we weer eens in een deuk liggen om iets, zie ik collega’s verward naar ons kijken. Alleen wij begrijpen dan wat de grap is. Eén van onze collega’s dacht zelfs dat we een stel waren, omdat we zo leuk met elkaar omgaan. Gek, want we lijken superveel op elkaar.’
Zien jullie elkaar ook in jullie vrije tijd?
Jenna: ‘We hebben een goede band. Ieder heeft z’n eigen vriendengroep, maar we gaan ook graag samen naar opera en balletvoorstellingen. Vorig jaar zijn we nog samen naar Praag geweest.’
Hoe lang denken jullie het vol te houden om collega’s te blijven?
Niels: ‘Wat ons betreft mag het op deze manier nog heel lang duren. We hebben het hier allebei naar ons zin en zien elkaar niet te veel. Onze baas vraagt wel eens of we soms nog een broer of zus hebben die hier kan komen werken. Die hebben we niet, en een hele familie op de HvA hoeft nou ook weer niet.’
