Vijf vragen van studenten aan FDMCI-decaan Frank Kresin

20 september 2019
Beeld:

Daniël Rommens

Geplaatst door
Daniël Rommens Kyrie Stuij
Op
20 september 2019

Hoe ziet de dag van een decaan eruit, en wat doe je als er meer studenten dan stoelen in de collegezalen zijn? Dit zijn de vragen die jullie stelden aan decaan Frank Kresin van Digitale Media & Creatieve Industrie.

Frank Kresin werkt sinds februari als decaan bij de Faculteit Digitale Media & Creatieve Industrie (FDMCI). Toen hij net begon, wilde hij eerst gaan praten met studenten en medewerkers om erachter te komen wat er allemaal op de faculteit gebeurt.

 

‘Wat gaat er goed en wat kan er beter?’, was de vraag die hij wilde beantwoorden. Een halfjaar later is het tijd voor jullie, de studenten, om hem eens wat vragen te stellen over het nu gaat.

‘Wat een decaan doet is praten, praten, bellen, checken, nog een keer praten’

Iris Kisjes: Hoe kwam u erop om decaan te worden?

 

Frank: ‘Ha! Ik had nooit bedacht dat ik decaan zou worden. Ik heb een achtergrond in kunstmatige intelligentie en de filmacademie. Ik heb altijd geprobeerd om technologie en creativiteit aan elkaar te verbinden. Ik kwam er achter dat dat gewoon de creatieve industrie is en daar gaat deze faculteit over.’

 

‘Ik mis het wel af en toe om zelf dingen te maken, maar nu breng ik andere mensen bij elkaar in projecten en programma’s en het voelt fantastisch als daar dan creatieve producten uit voortkomen. Dan zie je mensen oplichten. Ik haal daar heel veel voldoening uit.’

 

Jelke Pac: Hoe ziet een gemiddelde dag van een decaan eruit?

 

Frank: ‘Wat een decaan doet is praten, praten, bellen, checken, nog een keer praten. Ik begin rond half negen. Dan begint om negen de eerste vergadering en die duurt drie kwartier. Ondertussen ben ik er als dingen heel goed gaan, zoals wanneer we een nieuwe opleiding beginnen. Maar ook als het slecht gaat, bijvoorbeeld bij een grote klacht. Dan moeten mensen mij ook kunnen bereiken en dan sta ik altijd voor ze klaar.’

Beeld: Daniël Rommens | Frank Kresin: ‘Heel vaak als ik langs de radiostudio loop, dan denk ik: zat ik maar even hier!’

‘Ik probeer zoveel mogelijk op pad te gaan. Dat lukte in het begin goed, nu iets minder. Maar mijn vaste voornemen is om zoveel mogelijk van de campus te zien. We hebben het ook allemaal heel druk, hè? Ik wens ons toe dat we ook af en toe een moment kunnen nemen om even achterover te zitten om te kunnen nadenken.’

 

‘We zijn allemaal heel bevlogen. We willen echt het beste voor onze studenten. Misschien moeten we soms denken: goed is goed genoeg. Kunnen we misschien iets eerder tevreden zijn? Ik vraag me zelf af of we dingen misschien beter moeten organiseren. Er is niet één antwoord op werkdruk, maar wat ik als decaan in elk geval kan doen is om het onderwerp te agenderen bij de medezeggenschap en onder medewerkers.’

 

Cherella de Groot: Waarom zijn er eigenlijk niet meer zelfstudieplekken?

 

Frank: ‘We zijn ontzettend gegroeid. Een paar jaar geleden waren er veel minder studenten en medewerkers. De opleidingen die wij bieden zijn op dit moment heel erg gewild en dat betekent dat er meer en meer mensen komen. Maar de Amstelcampus, waar wij zitten, is op een gegeven moment best wel vol.’

 

‘Ik vind het echt een serieuze vraag. We schieten op dit moment echt tekort als het gaat om plekken waar je kunt studeren, kunt ontspannen.’

 

Wil je het hele gesprek met Frank Kresin, inclusief onze eigen vragen, beluisteren? Dat kan natuurlijk ook: op 8.09 begint het gesprek. (De tekst loopt door onder de podcast.)

Liv Hanegraaf & Joost van Oord: De faculteit is best wel groot. Dit jaar zijn er 1300 nieuwe studenten bij gekomen. Wat doet u als dat in de toekomst ook zo is?

 

Frank: ‘Wij gaan ontzettend knokken voor meer ruimte. Daar hebben we een goed plan voor: hoe verdelen we de ruimte die er is en hoe kunnen we zorgen dat er meer komt als het niet genoeg is? Zo wordt bijvoorbeeld nu een nieuw gebouw neergezet op de Amstelcampus.’

 

‘Dat de faculteit groeit is ook fijn, want we hebben daardoor ook veel goede nieuwe docenten kunnen aannemen. Als er vraag is vanuit de studenten en vanuit het werkveld, dan moeten wij zorgen dat we daaraan voldoen. We kunnen niet zeggen: blijf maar thuis, ga maar iets anders doen. Het is onze taak om dat te organiseren, want we zijn er in opdracht van hen.’

‘Het is echt mijn droom voor de toekomst dat er op de hele HvA meer samengewerkt wordt’

Vienna Scholl: Welke opleiding op onze faculteit zou u zelf willen volgen?

 

Frank: ‘Dat is wel grappig, want heel vaak als ik hier langsloop dan zie ik de radiostudio en dan denk ik: zat ik maar even hier! Maar het geldt eigenlijk voor veel meer dingen. We hebben een nieuwe opleiding Cyber Security. We hebben het mode-instituut Amfi en hier beneden zit de televisiestudio, dat is natuurlijk waar ik ben begonnen. Ik zou niet uitgeleerd raken.’

 

‘Ik vind dat al onze opleidingen heel goed bij elkaar passen, maar ik houd er ook van dat het eigenwijze eilandjes zijn. We hadden het er net over dat het hier op de faculteit zo groot is. Nou, een van de manieren om te zorgen dat het niet te groot wordt, is om van die eigenwijze eilandjes te hebben: een thuisplek voor studenten in de opleiding.’

 

‘Tegelijkertijd vind ik het belangrijk dat er verbinding is, dus ik probeer er ook voor te zorgen dat mensen van verschillende opleidingen elkaar weten te vinden om samen te werken. Het is echt mijn droom voor de toekomst dat er op de hele HvA meer wordt samengewerkt. Dat gebeurt nu incidenteel, maar mensen worden er heel blij van. Wij moeten er als bestuur voor zorgen dat dat vaker mogelijk is.’