Als docent weer terug in de schoolbank: ‘Ook ik begin te laat met leren’

12 september 2019
Beeld:

Daniël Rommens | Docent-onderzoeker Inke Schaap

Geplaatst door
Kyrie Stuij
Op
12 september 2019

Docent-onderzoeker Inke Schaap (Verpleegkunde) zit na bijna twintig jaar weer in de klas. De docent volgt sinds februari een master en ziet het onderwijs daardoor van de andere kant. ‘Als student wil je gezien worden.’

Op tijd beginnen met leren voor een toets is makkelijker gezegd dan gedaan. Het is echt zuur om een 5,6 als cijfer terug te krijgen. En de les eerder verlaten om je trein te halen, is absoluut niet netjes - maar wél verleidelijk. Zomaar een paar inzichten die docent Inke Schaap opdeed tijdens haar ervaring als student in de afgelopen maanden. 

 

Waarom ben je weer gaan studeren? 

‘Ik heb na mijn studie Gezondheidswetenschappen als specialistisch verpleegkundige gewerkt. In 2005 rolde ik het onderwijs in. Lesgeven vind ik geweldig, maar toen ik besefte dat ik al tien jaar hetzelfde praktijkvoorbeeld geef, kreeg ik zin om weer aan de slag te gaan. Daarom volg ik een master (red.: niet aan de HvA) die theorie en praktijk combineert: ik werk drie dagen per week weer in de patiëntenzorg, volg een dag college en geef tussendoor een aantal lessen op de HvA.’ 

Beeld: Daniël Rommens | Inke Schaap: ‘Als je de klas echt ziet inkakken, dan is het misschien ook gewoon klaar.’ 

Hoe was je eerste collegedag?

‘Ja, dat was wennen. Uit automatisme analyseerde ik de organisatie van het onderwijs en bekeek ik hoe de handleidingen zijn opgebouwd. Alles bekeek ik vanuit de docentenbril. Pas toen medestudenten mij aanspraken als een van hen, begon ik te wennen aan mijn nieuwe positie.’

 

Wat viel je op in je nieuwe rol? 

‘Hoe belangrijk het is om als student gezien te worden. Misschien wat overdreven, maar het is een beetje zoals de basisschooltijd: je wil toch dat de juf je leuk vindt. Als student in een grote groep kan ik het contact met de docent wel missen. Niet dat ik elke keer wil horen dat ik zo’n goede vraag stel, maar ik zie grote verschillen tussen docenten die bewust contact maken en de docenten die dat minder doen. Het is nog een hele kunst om studenten écht te zien.’

 

‘In het hoger onderwijs horen we vaak dat docenten weer praktijkervaring moeten opdoen, om vakinhoudelijk op de hoogte te zijn. Daar ben ik het mee eens, maar ik vind ook dat we een goede docent met minder praktijkervaring niet moeten onderschatten. Onderwijs gaat om veel meer dan kennisoverdracht.’ 

 

Heeft deze ervaring invloed op je inlevingsvermogen in studenten? 

‘Ja, zeker. Oók ik begin te laat met leren, haha. Soms betrap ik mezelf op een neiging die ik als docent storend vind. Zo duurt een van mijn lessen tot half vijf en gaat mijn trein vijf minuten later. Natuurlijk begin ik niet om kwart over vier mijn spullen in te pakken, maar ik voel de verleiding wel.’ 

 

‘Hoe enthousiast je als docent ook bent, soms is de concentratie al voor het einde van de les weg. Dan hebben studenten een lange dag gehad of hebben ze iets anders aan hun hoofd. Als je de klas echt ziet inkakken, dan is het misschien ook gewoon klaar.’  

‘Toetsing zou motiverend moeten zijn, maar cijfers gaan dat tegen’

Hoe was het om zelf weer cijfers terug te krijgen? 

‘Ik ben nooit een voorstander geweest van cijfers als beoordeling. Die overtuiging is eigenlijk alleen maar verder gegroeid. Zo haalde ik een 5,6 voor een toets, terwijl ik voor een 9 ging. Een cijfer doet veel met je zelfvertrouwen. Een 5,6 of een 6,2 is allebei een voldoende, maar je gevoel over deze resultaten is een wereld van verschil. Daarom beoordeel ik studenten liever met termen als onvoldoende, voldoende of goed. Toetsing zou motiverend moeten zijn. Zo van: nu ga ik eens laten zien wat ik kan. Cijfers gaan dat tegen, vind ik.’ 

 

Welke tip heb je voor je collegadocenten? 

‘Hoe krap je ook in je tijd zit, een kwartiertje interactie aan het begin van de les doet zoveel goeds. Even stilstaan bij wie er voor je zit, maar ook samen een plan maken voor de les: wat weten de studenten al? Waar leggen we het accent vandaag? Dat is in ieder geval mijn belangrijkste leerpunt na deze opfriscursus “student zijn”. Ik weet nu weer hoe het is om aan de andere kant van de klas te zitten.’