Deze HvA’ers leren VU-studenten professioneel spelen
Te veel theorie, te weinig praktijk. Dat is de kritiek op universitaire studies. Daarom verruilen VU-studenten Gezondheid & Leven de boeken voor een sportmiddag met kinderen van HvA Boot. En hbo-studenten mogen hen beoordelen.
Plassen worden meren en grasvelden moerasgebied. In Amsterdam Nieuw-West valt deze woensdagmiddag zo veel regen, dat buitenspelen er niet bij is. Daarom is het in buurthuis De Kandelaar een drukte van jewelste. Snel worden de tafels en stoelen aan de kant gezet, en met tape verschijnen er provisorische renbanen en parcours voor de kinderen uit de buurt die straks mee komen doen aan de sportmiddag.
De acht kinderen die binnenkomen begroeten de HvA’ers met high fives. Zij kennen elkaar, want de HvA’ers lopen stage bij de Buurtwinkel voor Onderwijs, Onderzoek en Talentontwikkeling (Boot). Boot is een HvA-organisatie die in achterstandswijken een helpende hand biedt aan bewoners. De stagiaires nemen kinderen uit de wijk onder hun hoede om ze op een speelse manier te laten leren via allerlei activiteiten na school.
Wetenschappelijk spelen
Maar vandaag houden de hbo-studenten zich op de achtergrond. Het zijn de universitaire studenten die alle spelletjes hebben bedacht en gaan begeleiden. ‘Het is belangrijk dat wetenschap ook in de samenleving gebruikt kan worden. Dat is waarom de VU contact heeft gezocht met Boot,’ vertelt Jelske van der Burg, docent bij Gezondheid & Leven. Jelske vindt het niet raar dat hbo-studenten studenten van de universiteit beoordelen. ‘Ik vind het waardevol, want de HvA’ers zijn veel praktijkgerichter en kennen de buurtkinderen.’
‘De studenten mogen de spellen nog iets simpeler en meer stapsgewijs uitleggen’
De VU-studenten kijken nog een beetje onwennig om zich heen. ‘Van de boeken naar het buurthuis, dit is wel heel wat anders dan studeren,’ zegt Erik Hollander (22, Gezondheid & Leven). Een onderdeel van Eriks studie is het in de praktijk brengen van alle theorie. Erik: ‘Wij hebben vijf spellen bedacht op basis van wetenschappelijke inzichten over gezond zijn. De spellen trainen armen, benen, conditie, lenigheid en behendigheid en reactievermogen. Als je dit als kind goed ontwikkelt, ben je op latere leeftijd gezonder.’
‘Nu maar hopen dat de kinderen het ook leuk vinden,’ lacht Erik. Ze zijn in ieder geval enthousiast, want de studenten komen amper boven het uitgelaten gegil uit. In twee groepjes van vier gaan ze aan de slag. Touwtjespringen, kikkersprongen, limbodansen en sprinten, al snel kleuren de gezichten van de kinderen rood.
Simpele uitleg
Van een afstandje kijkt HvA-student Abigail Blijd (22, Sociaal Pedagogische Hulpverlening) toe. Hoe doen de VU-studenten het volgens haar? ‘Ze zijn wel heel theoretisch. Dat merk je aan het taalgebruik dat op volwassenen gericht is. Mijn tip is om de spellen nog iets simpeler en meer stapsgewijs uit te leggen, op het niveau van een kind.’
Niet alleen het oordeel van de HvA-studenten weegt mee, ook dat van de kinderen. Zij mogen allemaal op een briefje aankruisen welk spel ze het leukst vonden. ‘Wel op mijn spel stemmen hè,’ vraagt Erik grijnzend aan een van de kinderen. De HvA’ers hebben van tevoren beoordelingscriteria opgesteld. Past het bij de doelgroep? Kunnen kinderen die wat zwaarder zijn ook meedoen? Is er duidelijk uitgelegd en goed contact gemaakt met de kinderen? En is er gedacht aan de veiligheid?
Niet helemaal, blijkt bij één spel waarbij de kinderen over een steeds hogergeplaatst springtouw moeten springen. Een van de kinderen ging bijna door zijn rug, en het touw werd soms te hoog gehouden, is de kritiek. Dat maakt de kinderen niets uit, zij wijzen precies dát spel aan als de grote winnaar.