Polarisatie in de klas: ‘De dialoog ga je niet aan als je een middelvinger opsteekt’

23 mei 2019
Beeld:

Wikimedia

Geplaatst door
Heleen Gorris
Op
23 mei 2019

‘Migrantenboten moeten in de fik!’, ‘De Holocaust is nep’ en ‘De aanslag op Charlie Hebdo is terecht’. De schoolklas is een graadmeter van wat er in de samenleving speelt. Hoe bespreek je als docent gevoelige onderwerpen? Hessel Nieuwelink onderzocht het.

Parijs, Christchurch, Barcelona, Brussel. Vliegvelden, tijdschriftredacties, concertzalen of gewoon op straat: jij herinnert je vast nog de aanslagen van de afgelopen jaren. Twitter is na zo’n aanslag in twee kampen verdeeld, maar veel schoolklassen ook.

 

Aan de ene kant zijn er leerlingen die roepen dat alle moslims weg moeten uit het Westen, en aan de andere kant vinden sommige leerlingen dat die aanslagen te rechtvaardigen zijn. Wat doe jij als docent als je in een klas zo’n kloof tussen denkbeelden aantreft?

‘Als docent wil je dat iedereen zijn mening kan laten horen, maar niet dat degenen met de grootste mond het debat kaapt’

Hessel Nieuwelink, lector Burgerschapsonderwijs op de HvA, overkwam het zelf. Hij gaf vijftien jaar geleden Maatschappijleer op een school in Amsterdam-West toen Theo van Gogh werd vermoord door Mohammed B.. ‘Al snel bleek dat het om een terroristische moord ging, zo dichtbij. Sommigen van mijn leerlingen woonden in Oost.’

 

Mohammed B.
‘Ik had een dag na de aanslag een havo 5-klas. Ik kende die leerlingen goed en had een goede band met ze. Binnen die klas was een enorme polarisatie. Ik wist dat er leerlingen waren die tegen het gedachtegoed van Mohammed B. aanzaten, en leerlingen die heel erg vanuit de rechtsstaat redeneerden. De leerlingen werden heel boos op elkaar.’

 

Als docent is het dan balanceren. ‘Enerzijds wil je dat iedereen de ruimte voelt om zijn mening te laten horen, anderzijds wil je voorkomen dat degenen met de grootste mond het debat kapen,’ zegt Nieuwelink. ‘Tijdens die les was er een leerling die vrij dwingend vertelde hoe de Koran geïnterpreteerd moet worden, en een leerling waarvan ik wíst dat hij radicale denkbeelden had, die zich doodstil hield. Toen ik hem actief naar zijn mening vroeg zei ie: ‘‘Ik ga niets zeggen want dat gaat problemen geven’’.’

Beeld: Esra Can | Hessel Nieuwelink

Inmiddels staat Nieuwelink voor de klas op de HvA. Hij geeft les aan toekomstige Maatschappijleerdocenten en doet onderzoek naar burgerschapsvorming in het onderwijs. Welke onderwerpen spelen nu? En hoe geef je als docent ruimte aan extreme meningen?

 

Klimaatverandering
Complotdenken is populairder dan ooit, hoort Nieuwelink van zijn studenten. ‘Zij krijgen te maken met leerlingen die de Holocaust of klimaatverandering ontkennen.’ Ook de relatief nieuwe theorie van ‘omvolking’ komt voor. Bekende aanhanger: Forum voor Democratie-leider Thierry Baudet. De theorie gaat er vanuit dat er achter de migratiestromen vanuit Afrika en het Midden-Oosten een plan zit om de westerse mens langzaam te doen verdwijnen.

‘Als mensen geconfronteerd worden met standpunten waar ze het niet mee eens zijn, vinden ze dat die groepen niet gehoord moeten worden’

Nieuwelink: ‘Probeer erachter te komen wat er achter een mening schuilt. Is het meeloopgedrag, puberaal provoceren of heeft een leerling zich echt verdiept in een onderwerp?’ Maak met deze leerlingen een praatje over hun interesses, zoals muziek of voetbal, adviseert Nieuwelink. En erken hun punt, zodat ze zich gehoord en gezien voelen. ‘Dat is moeilijk voor een docent, het vraagt wat van je inlevingsvermogen,’ zegt Nieuwelink. ‘Mensen vinden zichzelf altijd tolerant, maar zodra ze concreet geconfronteerd worden met standpunten waar ze het niet mee eens zijn, vinden ze dat die groepen niet gehoord moeten worden.’

 

Want dat lang niet iedereen tolerant is, merkt Nieuwelink tijdens zijn onderzoek in de klas. ‘Racisme is toegenomen in heftigheid. Dat zie je terug in de klas. Zeker op scholen met een witte populatie wordt er openlijk neerbuigend gepraat over vluchtelingen, asielzoekers en moslims,’ zegt Nieuwelink. ‘‘‘Die bootjes vanuit Afrika moeten ze in de fik steken,’’ hoor je dan.’

 

Perspectieven
Wil je niet juist dat leerlingen dit openlijk durven zeggen om zo een debat te krijgen? ‘Ik vind dat leerlingen alles moeten kunnen zeggen, maar het gaat erom dat ze ook andere perspectieven horen. Bijvoorbeeld dat van een klasgenoot uit een ander land of met een islamitische achtergrond. Dan zie je de mens achter een groep waar jij uitspraken over doet.’

 

Hoe gaan HvA’ers om met extreme meningen? Wij namen de proef op de som.

Om in de klas veiligheid te creëren, is het volgens Nieuwelink belangrijk dat jij als docent je mening over explosieve onderwerpen voor jezelf houdt. ‘Er zijn docenten die heftige opvattingen met hun leerlingen delen omdat ook zij immers vrijheid van meningsuiting hebben.’ Een recent voorbeeld komt van een school in Hoofddorp, waar een docent voor de klas zei dat de Profeet Mohammed een pedofiel is.

 

Nieuwelink: ‘Een docent vertelde mij dat leraren zich in de lerarenkamer nog grover uitlieten over homo’s dan leerlingen zelf. Besef je als docent dat je een hiërarchische relatie hebt met je leerlingen. Als jij je je inhoudelijk in een debat mengt, is het geen discussie tussen gelijken.’

 

‘De dialoog ga je niet aan als je zelf een middelvinger opsteekt,’ zegt Nieuwelink. ‘Zeker bij onderwerpen als seksualiteit of religie. Dat raakt zo aan iemands identiteit. Als jij in een klas vol zestienjarigen homoseksualiteit afkeurt, is de kans heel groot dat je iemand in de klas persoonlijk raakt. Ik zou me als docent meer zorgen maken om degenen die zwijgen dan om degenen die schreeuwen.’