Curling saai? ‘Een keer iets anders dan skiën’
Lynn van der Zaag
Bij Café Fest ligt drie dagen lang een curlingbaan. Wie waagt zich aan de – volgens sommigen – saaiste sport van de Olympische Winterspelen en kunnen zij er wat van?
Door de snijdende kou en de ligging in de schaduw van het Wibauthuis lijken de meeste studenten weinig aandrang te voelen voor een potje curling. Daardoor ligt de baan er in de middag voornamelijk verlaten bij.
Maar de stilte op de baan wordt onderbroken door studenten commerciële economie Lize Langelaan (18) en Frida Talens (19). Met een sigaret in de mond smakken zij een zogeheten steen de baan op.
Bezempje
‘We hebben nog nooit curling gespeeld. Moet het niet met een bezempje? Volgens mij moet deze steen in het rode vakje komen. Leuk wel, een keer iets anders dan skiën.’
Als de twee klaar zijn met het vertier – het bier roept – duurt het weer even voor nieuwe kandidaten zich aan de baan wagen. Kim Benschop (22) en Michelle Damhof (21), beiden student hbo-rechten, hebben geen idee van de spelregels, maar doen toch een poging. ‘Ze zijn wel zwaar man, die stenen.’
De donkerblauwe balkjes die dienstdoen als afzetting van de baan liggen er los bij, als Thomas Leek (22), student commerciële economie, het speelveld bombardeert.
Pokébowl
‘Ik zit in de pauze van een college en mijn vrienden gingen roken, dus ging ik met hen mee. Curling is eigenlijk een beetje een ouwelullensport. Je moet die steen in het midden gooien, in dat ding dat lijkt op een pokébowl. Saaier nog dan ik had verwacht.’
Een vriend van Thomas stroopt zijn mouwen op, pakt een huis-, tuin- en keukenbezem, en begint vervolgens als een bezetene het veld te schrobben. Het mag echter niet baten: ze halen geen punten.
