Dinovoedsel en versteende bliksemschichten: dit staat er in de biologievitrine

10 mei 2019
Beeld:

Daniël Rommens

Geplaatst door
Aafke Kok
Op
10 mei 2019

De kast op de overgang van het Kohnstammhuis naar het Theo Thijssenhuis staat vol gekke objecten. Het ziet er fascinerend uit, maar wat zijn al deze dingen? Docent biologie Gertjan Martens vertelt de verhalen achter een aantal objecten uit de kast.

Al zolang als de lerarenopleiding bestaat hebben we zo’n vitrine. ‘Het is geen museum, we gebruiken deze dingen echt in onze lessen,’ vertelt Martens. Hij wijst op een reeks schedels.

Beeld: Aafke Kok

⬆️ Meer ruimte voor hersenen (Schedel van een schildpad)

Martens: ‘Dieren lijken heel verschillend, maar als je bijvoorbeeld naar de schedels kijkt zie je dat ze allemaal dezelfde botten hebben. Dit is een soort oerschedel, die van een schildpad. Die heeft nog geen jukbeenderen. Naarmate dieren grotere hersenen nodig hebben, verandert de vorm van de schedel.’

Beeld: Aafke Kok

⬆️ Snavelevolutie (Vogelschedels)

De verzameling vogelschedels heeft ook een verhaal. De schedels zijn vrijwel hetzelfde, maar de snavels des te verschillender. ‘Zo zie je dat de papegaai een hele sterke onderkaak heeft. Hij gebruikt zijn snavel als een hefboom om noten te kraken. De uil heeft zo’n zware onderkaak niet nodigt, die rukt vlees van zijn prooi met z’n snavel. Daarachter staat de toekan, dat is een vruchtenplukker. Dat herken je aan de grote, lange snavel,’ vertelt Martens.

Beeld: Aafke Kok

⬆️ Monsters op sterk water (Van links naar rechts: embryo van een varken, embryo van een doodshoofdaapje, embryo van een konijn)

Een stukje verderop zitten een paar monsterachtige wezens in glazen potten. Het zijn embryo’s van allerlei dieren. Ze drijven in ‘sterk water’, een vloeistof die ervoor zorgt dat de boel goed behouden blijft. ‘In bepaalde fases lijken embryo’s van alle soorten heel erg op elkaar. Zoals deze van een konijn en een varken,’ vertelt Martens.

Beeld: Aafke Kok

⬆️ Speelgoedbeestjes (Modellen van dieren die zo'n 500 miljoen jaar geleden leefden)

Het lijken speelgoedbeestjes, ontsproten aan iemands fantasie. Maar nee, ook dit is serieus lesmateriaal. Het zijn modellen van beesten die miljoenen jaren geleden de aarde bevolkten. ‘Deze blauwe was in werkelijkheid ongeveer een meter lang. De eerste diertjes op aarde leven van resten van dode dieren of planten. De volgende stap is om die dingen levend op te eten, maar daar heb je kaken voor nodig. Dat zie je bij dit soort dieren voor het eerst. Als reactie daarop ontwikkelen dieren ook pantsers, om zich te beschermen tegen de kaken van anderen,’ vertelt Martens.

Beeld: Aafke Kok

⬆️ Dinovoedsel (Versteende planten uit het dinotijdperk. Links: paardenstaart, rechts: zegelboom)

De kast wordt regelmatig aangevuld met nieuwe objecten. Daar heeft de biologieafdeling nog een aardige voorraad van, laat Martens zien in het magazijn. Zoals deze planten uit het dinotijdperk. ‘Die linker is een paardenstaart, de rechter een zegelboom. Dit was het voedsel voor plantetende dino’s. Die planten werden meters hoog. Ze zijn omgevallen in de modder. In de loop der tijd kwamen daar steeds meer lagen modder bovenop. Door de hoge druk van al die lagen is het modder, met plantenresten en al, uiteindelijk versteend.’

Beeld: Aafke Kok

⬆️ Uit de Noordzee (Mammoetkiezen)

Je kunt je haast niet voorstellen dat dit in een mond past, maar deze kies hoorde dan ook bij een mammoet. ‘Die kun je opvissen uit de Noordzee. Net als botten van wolharige neushoorns. Zo’n 40.000 jaar geleden lag de Noordzee droog en liepen die beesten hier gewoon rond,’ vertelt Martens.

Beeld: Aafke Kok

⬆️ Versteende bliksemschichten (Drie inktvisschelpen)

Nu weten we dat de wereld er vroeger anders uitzag, en fossielen van zeedieren dus zomaar midden in Limburg kunnen opduiken. Een paar eeuwen geleden was dat nog niet het geval. Martens: ‘Die drie langwerpige dingen die je hier ziet vinden mensen vaak als het hard geregend heeft en je dan een akker omploegt. In de middeleeuwen noemde men ze daarom versteende bliksemschichten. In werkelijkheid zijn het schelpen van inktvissen.’

Beeld: Aafke Kok

⬆️ Vliegend reptiel (Afdruk van een Archeopterixfossiel)

Dit gekke wezen vloog ooit op aarde rond. Het is een archeopterix, of een fossiel daarvan. Of eigenlijk een afdruk van een fossiel, want het origineel staat in Berlijn. Martens: ‘De archeopterix is een belangrijke vondst geweest. Hij ondersteunt de evolutietheorie door te laten zien dat er dieren hebben bestaan die tussen reptielen en vogels inzaten. Het is eigenlijk een vliegend reptiel. Hij heeft nog drie van de vijf vingers over. En een bek met een snavel, maar ook tanden.’