De avontuurlijke handpop en meer verhalen uit de KSH-bibliotheek

8 mei 2019
Beeld:

Daniël Rommens

Geplaatst door
Kyrie Stuij
Op
8 mei 2019

Ze werken al een kwart eeuw bij de bibliotheek in het Kohnstammhuis. Informatiespecialisten Renger Dijkstra en Elisabeth Roos hebben in die tijd van alles meegemaakt en nemen je mee in de meest opmerkelijke én hartverwarmende momenten van de afgelopen 25 jaar. 

Wat er allemaal veranderd is in die afgelopen tijd? Veel. Dat weten Renger en Elisabeth als geen ander. Als informatiespecialisten bij de bibliotheek hebben ze de overgang meegemaakt van kaartenbakken naar digitale databanken, het verdwijnen van de encyclopedie, de opkomst van Google en de invoer van de uitleenplaat om boeken te scannen. 

 

Maar uiteindelijk zijn het de mensen die het tot de meest memorabele herinneringen schoppen. De carrière van Renger en Elisabeth op de HvA staat bol van bijzondere ontmoetingen en merkwaardige vondsten.

Beeld: Beeld: Daniël Rommens | De handpop Puk is al veel nachten uit logeren geweest.

De avonturen van handpop Puk 

Zo lang als Elisabeth en Renger bij de bieb werken, zo lang woont Puk al in de bibliotheek. De vriendelijke gele handpop wordt gebruikt in lesmateriaal voor kinderen die Nederlands niet als eerste taal hebben.  

 

‘Het was ruim twintig jaar geleden dat een verlegen pabostudent bij me aan de balie kwam,’ blikt Renger terug. “Meneer Dijkstra,” zei ze. “Ik ga twee maanden stage lopen in Berlijn en vroeg me af of ik Puk mag meenemen.” Twee seconden keek ik haar in stilte aan en schoot toen in de lach. Zoiets aandoenlijks had ik nog nooit gehoord. “Heeft-ie wel een visum?,” vroeg ik en gaf de pop mee. Na haar stage bracht ze Puk netjes weer terug.’ 

 

Maar de avonturen van Puk houden niet op in Berlijn. Renger kreeg daarna opnieuw een pabostudent aan zijn balie met een opmerkelijke vraag. De handpop had zoveel indruk gemaakt op haar klas met jonge kinderen, dat ze hen – vermoedelijk in een opwelling – een belofte had gedaan. 

 

‘Mag Puk, eh, bij elke leerling een nacht uit logeren?,’ had ze gevraagd. Renger: ‘Bij de pop hoort een klein rugzakje met een extra pyjama. Kwam die maar mooi van pas.’ 

Een grote boodschap tussen de boeken 

Het was in het najaar en het was donker en koud. De bibliotheek was eind jaren negentig tot ’s avonds laat open en daar maakte een dakloze dankbaar gebruik van. Hij sloop langs het oog van de beveiliging en wist een nacht door te brengen op een verdieping van de bibliotheek. 

‘Tja, toen begrepen we wel waarom het wekenlang nog bleef stinken’

De volgende dag was de dakloze met de noorderzon vertrokken, maar niet zonder een bedankje achter te laten. Renger vond de volgende ochtend een plakkerige, bruine substantie onder een hoop verfrommelde gescheurde pagina’s uit boeken. 

 

‘Toen het tapijt was gereinigd dachten we dat we er vanaf waren,’ vertelt Elisabeth. ‘Maar het bleef een lange tijd stinken op die plek. Zeker een half jaar later werden er boeken schoongemaakt en moesten we flink opruimen. Ik had een boek in mijn handen dat helemaal besmeurd leek met koffie. “Hé Renger,” riep ik. “Moet je kijken wat ik gevonden heb: een koffieboek!”’

 

‘Ze hield het boek slechts twintig centimeter van me vandaan,’ vervolgt Renger. Hij schiet in de lach: ‘En tóen zag ik het! Ik wist niet hoe snel ik het van me weg moest slaan.’

 

De dakloze had het boek als toiletpapier gebruikt en had het na het afvegen weer terug op de bovenste plank gelegd. ‘Tja, toen begrepen we wel waarom het wekenlang nog bleef stinken.’

| De kat heeft in elk HvA-gebouw op de Amstelcampus een fijn plekje gevonden.

Kroelen op de leestafel 

Studenten, medewerkers, buurtgenoten: sinds het hogeschoolbestuur een opendeurbeleid hanteert voor de HvA-bibliotheek, zien Renger en Elisabeth allerlei bezoekers langskomen. Eén van de meest trouwe leden is sinds kort een spinnende, harige viervoeter. 

 

‘Op een gegeven moment hoorde ik studenten aan de leestafel allemaal hoge geluiden maken,’ vertelt Elisabeth. ‘Bleek er een kat op tafel te lopen die elke student langsging om kopjes te geven. Nou, dat vond iedereen natuurlijk fantastisch.’ 

Beeld: Beeld: Daniël Rommens | Informatiespecialist Renger Dijkstra

En niet alleen in de bibliotheek kennen ze de buurtkat. Zo zou het dier een weekend hebben doorgebracht in de Academie van de Stad. In het Muller-Lulofshuis bezoekt-ie de medewerkster die nog weleens brokjes bij zich heeft en ook in het Wibauthuis is de kat gesignaleerd: daar zit hij graag op de servicebalie om tevreden het hogeschoolleven gade te slaan. 

De mysterieuze professor 

Jarenlang kwam hij ’s avonds naar de bibliotheek: een licht verstrooide man in vaak hetzelfde colbertje en een uitpuilende schoudertas. Het is zo’n tien jaar geleden dat hij op een vast tijdstip alle zeven computers tegelijkertijd aanzette om – naar eigen zegen – de straling te meten.

 

‘Het was ons nooit helemaal duidelijk of deze man het type eeuwige student was of dat hij een aanstelling had gekregen bij de HvA,’ vertelt Renger. ‘Hij droeg een speciaal meetapparaat met een microfoon bij zich, waarmee hij elke computer langsging om te onderzoeken hoe sterk de straling was.’ 

 

‘Hij oogde wat merkwaardig, maar was ook vriendelijk,’ vult Elisabeth aan. ‘Hij uitte vaak zijn zorgen over onze gezondheid omdat we zo dicht bij die computers werkten.’ 

 

Op een gegeven moment kreeg de bibliotheek een uitleentafel: een grote scanner die verbonden was met de computer. Renger: ‘Het apparaat van de man ging helemaal tekeer toen hij het bij de scanner hield. Nou, toen drukte hij ons helemaal op het hart dat we moesten oppassen. Zeker omdat de scanner ter hoogte van ons geslachtsorgaan hing. Dat zou toch desastreuze gevolgen voor de vruchtbaarheid kunnen hebben.’