Vrouwelijke lectoren: hink-stap-sprong op de carrièreladder

26 februari 2019
Beeld:

HvA (bewerking: Daniël Rommens)

Geplaatst door
Kyrie Stuij
Op
26 februari 2019

Een op de vijf hoogleraren op de universiteit is vrouw. Op de HvA is het aantal vrouwelijke lectoren – dezelfde soort baan op het hbo – een stuk hoger. Is het hbo een aantrekkelijkere plek voor vrouwen? Drie lectoren aan het woord.

Het is te weinig en het gaat te traag. Het aantal vrouwelijke hoogleraren is nog ‘maar twintig procent’. Deze en andere kritiek klonk eind vorig jaar op de cijfers over de man-vrouwverdeling bij hoogleraren. Een contrast met het hbo. Landelijk ligt het aandeel vrouwelijke lectoren op 31 procent. Op de HvA is dat ruim 35 procent.

‘Hoe hoger je op de ladder klimt, hoe vrouwonvriendelijker je omgeving wordt’

Voor wie het niet weet: een hoogleraar is onder meer het hoofd van een onderzoeksgroep op een universiteit. Een lector heeft een soortgelijke functie op het hbo, maar vaak is het onderzoek meer op de praktijk gericht. De hoogleraar werkt in het wetenschappelijk onderwijs (wo), de lector in het hoger beroepsonderwijs (hbo). 

 

We leggen je eerst de aanleiding en achtergrond voor dit verhaal uit. Wil je gelijk door naar de interviews met de lectoren? Scroll dan even verder. Tekst loopt door onder infographic.

Onderzoeker Inge van der Weijden (Universiteit Leiden) begeleidde een masterthesis van student Maud Peijnenburg (Vrije Universiteit) waarin onderzoek werd gedaan naar de redenen voor vrouwelijke ex-hoogleraren om over te stappen naar een functie als lector op het hbo. 

 

Concurrentie

Alle veertien geïnterviewden noemden de druk om wetenschappelijke artikelen te publiceren en de concurrentie met collega’s de belangrijkste redenen om hun functie neer te leggen. De helft merkte dat hun mannelijke collega’s meer kansen kregen om door te groeien dan zij.

 

Een functie als lector is volgens de ondervraagden aantrekkelijk vanwege het praktijkgerichte onderzoek dat verbonden is aan de maatschappij. Van der Weijden: ‘Ook geven zij aan dat ze in het hbo worden gewaardeerd om verschillende werkzaamheden, terwijl ze in het wo die waardering vooral kregen als hun onderzoek werd gepubliceerd of als ze extern geld hadden binnengehaald.’ 

 

Welke verschillen ervaren HvA-lectoren die zowel op het hbo als in het wo werken? En hoe belangrijk is een gebalanceerde man-vrouwverdeling? 

Beeld: Beeld: HvA | Sabine Niederer

‘Een hogeschool mag diversiteit in het personeel sterk regisseren’

Sabine Niederer, lector Visual Methodologies op de HvA en coördinator van het PhD-programma Digital Methods Initiative aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).

 

U bent lector op de HvA en coördinator op de UvA. Hoe bevalt de combinatie?

‘Het bevalt prima. Een baan met veel verschillende facetten kan stressvol zijn, maar ik haal er veel voldoening uit. Naast het onderzoek binnen mijn lectoraat begeleid ik aan de UvA studenten bij hun masterscriptie en aan de HvA geef ik les bij Amfi. Ik vind het een ontzettend leuke combinatie.’

 

Uit onderzoek blijken de competitieve cultuur en de publicatiedruk belangrijke redenen voor vrouwen om de universiteit te verlaten. Welke cultuurverschillen merkt u tussen hbo en wo?

‘Op de universiteitsafdeling ervaar ik die cultuur zelf totaal niet. Het is ook niet zo dat ik me daar in een mannenwereld begeef. Misschien heb ik geluk met de collegiale omgeving op de universiteit. De verschillen die ik merk, zitten meer in het type onderzoek. De universiteit is meer gericht op de publicaties die daaruit kunnen voortvloeien, terwijl het hbo meer kijkt naar de impact op het onderwijs en vakgebied.’

 

Hoe belangrijk is een gebalanceerde man-vrouwverdeling op onderwijsinstellingen?

‘Het is absoluut belangrijk. Ik denk wel dat het goed is om naar het gehele plaatje te kijken. Diversiteit zit niet alleen in sekse, ook in afkomst en achtergrond. Ik vind het belangrijk dat een instelling, zeker als die wordt gefinancierd met publieke middelen, een afspiegeling is van de maatschappij. Studenten moeten zich kunnen herkennen in medewerkers; ook in de lectoren. Ik vind dat een onderwijsinstelling die selectie sterk mag regisseren.’

 

Welk advies heeft u voor vrouwen die ook een hoge functie willen bereiken?

‘Laat je niet tegenhouden als er in een vacature een voorkeur staat voor een vrouw. Dat is niet iets slechts, dat is een kans.’

 

Beluister ook de podcast, waarin we uitgebreid doorpraten over dit onderwerp met Martha Meerman, de langstzittende vrouwelijke lector van de HvA en onderzoeksjournalist Ingeborg van der Ven, die een boek schrijft over topvrouwen in het onderwijs. (De tekst loopt door onder de podcast.)

Beeld: Beeld: HvA | Louise Elffers

‘Op een gegeven moment moet je constateren: dat zeggen ze nooit over een man’

Louise Elffers, lector Kansrijke Schoolloopbanen in een diverse stad op de HvA en universitair docent Onderwijswetenschappen op de UvA.


Waarom besloot u de functie van universitair docent te combineren met de functie van lector?

‘De functie sprak me aan, omdat ik altijd al praktijkgericht ben geweest. Tegelijkertijd wilde ik ook op de universiteit blijven werken. Ik werk nu drie dagen op de HvA en twee dagen op de UvA. Die combinatie bevalt goed.’
 
Er zijn meer vrouwelijke lectoren dan hoogleraren. Is de werkomgeving van het hbo prettiger voor vrouwen?
‘Ik ben kritisch op het beeld dat het voor vrouwen moeilijker is om op de universiteit te werken. Het aandeel mannelijke hoogleraren is van oudsher hoger, maar ik denk dat de balans zich langzaamaan wel gaat herstellen. De lectoraten in het hbo zijn jonger, daar hoeven vrouwen minder een inhaalslag te maken.’
 
‘Als het gaat om vrouwvriendelijke werkplekken ervaar ik geen duidelijk verschil tussen het hbo en wo. Ik merk vooral dat je werkomgeving vrouwonvriendelijker wordt als je “hoger op de ladder klimt”. Ik ben een van de jongste, vrouwelijke lectoren en ik ben zichtbaar in de media. Niet iedereen voelt zich daar comfortabel bij.’ 


 Kunt u daar een voorbeeld van geven?

‘Ik merk een gevoel van ongemak rondom succes. Het zit in kleine dingen. Vaak in ogenschijnlijk onschuldige grapjes. Toen ik genomineerd was als ‘Lector van het jaar’ werd er door meerdere mannelijke collega’s gegrapt dat ze zeker geen andere kandidaten konden vinden. Pas achteraf besefte ik dat niemand me heeft gefeliciteerd. Het is niet slecht bedoeld, maar het is wel opmerkelijk.’

 

‘Toen ik een groot interview in een landelijk dagblad had, buitelden op Twitter een aantal mannelijke onderwijscommentatoren over elkaar heen: wie is dit mens, ze heeft geen verstand van zaken, wat denkt ze wel? Het ging er enkel over dat ik niets te zeggen zou mogen hebben, niet over wát ik eigenlijk zei.’

 

‘Ik voel me hierdoor ongemakkelijk om successen te delen. Waar mannelijke collega’s het altijd vermelden als ze een artikel hebben gepubliceerd of een prijs hebben gekregen, merk ik dat ik het steeds meer verzwijg als mijn boek weer een mooie recensie heeft gekregen of ik een eervolle nominatie heb gekregen. Het geeft telkens ongemak.’


Hoe wapent u zichzelf tegen dit soort opmerkingen?

‘Sekse is voor mij zo volstrekt irrelevant dat ik er nooit zo mee bezig ben geweest. Ik ben hierin naïef geweest. Hoe hoger je functie is, hoe meer het patroon gaat opvallen. Elke keer als een vrouw op een hogere positie wordt benoemd, zie ik dezelfde reactie: er wordt lacherig gedaan, ze wordt te licht gevonden of er is ander commentaar. Op een gegeven moment moet je gewoon constateren: dat zeggen ze nooit over een man.’  


Welk advies heeft u voor vrouwen die ook een hoge functie willen bereiken?

‘Laat je nergens door weerhouden. Maar ook: bereid je voor en spreek je uit. Ik heb lang gedacht dat sekse geen enkele rol speelt en herkende vaak pas achteraf de patronen. Het is beter om er alert op te zijn om je direct uit te kunnen spreken.’

Beeld: Beeld: HvA | Ingrid Wakkee

‘De vrouwen zijn hier echt niet ondergeschikt aan de mannen’

Ingrid Wakkee, lector Entrepreneurship HvA. Daarvoor: hoofddocent aan de Vrije Universiteit.

 

Waarom heeft u vanuit de universiteit de overstap gemaakt naar de HvA?

‘Vooral omdat ik toe was aan iets nieuws. Ik werkte ruim elf jaar op de VU en had alles eigenlijk wel gezien. Het was bovendien lastig om door te groeien op de universiteit. De functie van hoogleraar komt maar zelden beschikbaar, als je daar al tussenkomt. En ik merkte dat de meest interessante opdrachten vaak naar hoogleraren gingen. Als hoofddocentUniversitair hoofddocent is een functie, net een stap lager dan hoogleraar. grijp je daar dan toch naast.’

 

Ziet u deze overstap als een stap omhoog of als een stap terug?

‘Absoluut als een stap omhoog. Als lector begeleid ik mijn eigen onderzoeksteam, terwijl ik als hoofddocent die leiding niet had. Ik ben altijd praktijkgericht geweest en die eigenschap heb je nodig als lector. In dit vak focus je je niet alleen op onderzoek, maar juist ook op de verbinding met het onderwijs en de praktijk. Dat maakt het leuk.’

 

Uit onderzoek blijken de competitieve cultuur en de publicatiedruk belangrijke redenen voor vrouwen om de universiteit te verlaten. Welke cultuurverschillen merkt u tussen het hbo en wo?

‘Ik herken de publicatiedruk en de onderlinge competitie. Toch is dat voor mij niet de reden geweest om de overstap te maken. Ik had vooral zin in iets nieuws. Verder merk ik wel dat het ambitieniveau op het hbo lager ligt. In het wo wordt er snel gestreefd naar een bepaalde vorm van excellentie. Dat is ook niet altijd goed, maar het hbo is geneigd om te kijken naar wat je binnen een bepaald niveau kunt bereiken. Wat mij betreft mag dat wel wat ambitieuzer.’

 

Heeft u als vrouw in deze functie weleens te maken met vooroordelen of gekke opmerkingen?

‘Ik hoorde ooit dat ik dominant zou zijn. Het is iets wat ik mijn hele leven al hoor, ik had het alleen nooit gekoppeld aan geslacht. Dat gebeurde pas toen een collega me erop wees dat dit eigenlijk een gekke opmerking is. Dat zouden mensen toch minder snel tegen een man in mijn functie zeggen.’

 

‘Verder merk ik wel dat moeders in deze functie te maken hebben met onuitgesproken verwachtingen. Zoals dat zij toch geen carrièreambities hebben, of niet bereid zijn om veel te reizen voor werk. Zelf heb ik geen kinderen, maar onder collega’s die moeder zijn heerst weleens het gevoel dat ze minder kansen krijgen. Dat blijkt ook uit landelijke statistieken. Daar ben ik niet blind voor.’

 

Welk advies heeft u voor vrouwen die ook een hoge functie willen bereiken?

‘Regel het. Wees bereid om hard te werken en zorg dat je thuis een eerlijke verdeling in taken maakt. Carrière maken is zowel voor mannen als vrouwen niet makkelijk. Je moet als vrouw alleen wel je wensen en doelen net iets explicieter maken. Maar, de kansen zijn er. Kijk maar naar de HvA. Hier zijn vrouwelijke lectoren echt niet ondergeschikt aan de mannen. De dames doen het hier goed.’