Spieken en ouwehoeren: Maak kennis met de surveillanten

2 april 2019
Beeld:

Daniël Rommens

Geplaatst door
Kyrie Stuij
Op
2 april 2019

Nog even en dan beginnen de tentamens. Dan zien je opeens niet meer de docent voor de klas, maar de surveillant. Ze controleren dat jij niet spiekt maar kunnen gelukkig ook een aardig potje ouwehoeren. 

De zevende verdieping van het Kohnstammhuis. Je zou het bijna het thuisfront van de surveillanten kunnen noemen. In de tentamenperiode melden zich hele gezelschappen bij het onderwijsbureau, in afwachting van hun envelop met tentamens, kladvellen en huisregels.

 

Henk Schrijver (64) – lange grijze staart, pretoogjes – somt in de hal alvast de naderende werkzaamheden op: het lokaal moet in toetsopstelling, de papieren op de tafels en vijftien minuten voor de starttijd mogen de studenten naar binnen voor de identiteitscontrole. Henk glimlacht: ‘Ik doe dit nu twee jaar. De voorbereiding zit er wel in.’

Beeld: Beeld: Anne Posthuma | Surveillant Henk Schrijver: ‘De studenten van tegenwoordig zijn bloedserieus.’

Jarenlang werkte Henk als facility manager bij een kinderopvang. Een drukke baan, blikt hij terug. ‘Altijd rennen en vliegen.’ Nu hij met vervroegd pensioen is, is hij gaan surveilleren om wat bij te verdienen. Én om tot rust te komen.

 

Henk loopt namelijk na elk tentamen steevast opgeladen het lokaal uit. ‘Vergeleken met de hectiek van mijn vorige baan is dit een oase van rust. Natuurlijk moet je goed opletten, maar als iedereen eenmaal geconcentreerd aan zijn tentamen zit, is het ongekend stil. Daar geniet ik van.’

 

Uitzendbureau Adecco levert nu tien jaar surveillanten aan de HvA. Ze zijn de extra krachten in de tentamenperiode en zorgen dat het tentamen volgens de regels wordt afgenomen. Het uitzendbureau werft kandidaten die flexibel beschikbaar zijn, natuurlijk overwicht hebben én een goede conditie. ‘Tentamens kunnen soms vier uur duren. Je staat en loopt dan al die tijd,’ aldus de vacature. 

 

Maar je doet eigenlijk meer, weet de 59-jarige Adrie Barnhard. ‘Je moet opletten, maar net zo vaak geruststellen. Dat is vooral het geval bij eerstejaars. Die zijn de procedure nog niet gewend en kunnen heel nerveus zijn voor een toets.’ De architect, die met het surveillen alvast wil investeren in ‘nuttige bezigheden tijdens de naderende AOW-tijd’, heeft ook ervaren dat je in deze functie veel hebt aan een bruisend improvisatievermogen. Zoals tijdens het memorabele tentamen voor de deeltijdklas van de Lerarenopleiding Wiskunde.  

Beeld: Beeld: Daniël Rommens | Surveillant Adrie Barnhard: ‘Die jongeren, ik vind ze fantastisch.’

Juf Ank-methode

‘Het was heel druk in het lokaal. De studenten waren op een baldadige, bijna kleuter-achtige manier met elkaar in gesprek. Ik kreeg ze niet stil, terwijl het tentamen elk moment kon beginnen. Toen ving ik op waar iedereen het nou over had. Bleek dat ze allemaal de laatste aflevering van De Luizenmoeder hadden gekeken’.

 

Adrie ging eens goed rechtop staan en zette haar beste Juf Ank-stem op: ‘Hà-llooo alle-maal, wat fijn dat je er bent’. Adrie schiet in de lach: ‘Nou, iedereen lag in een deuk. Dat hadden ze nog niet eerder meegemaakt van een surveillant. Máár, daarna was het stil en begonnen we – eindelijk – rustig aan het tentamen.’

 

Henk heeft de Juf Ank-methode zelf nooit toegepast, maar dat betekent niet dat hij nooit streng moet optreden. Hij herinnert zich hoe een student na afloop van het tentamen niet genoeg papieren inleverde. 

 

‘In de regels stond dat iedereen álle papieren – ook de kladbladen – moest inleveren. Ik zei tegen hem, ‘ik heb jou toch een kladpapier gegeven?’ Na wat aandringen haalde hij aarzelend het vel uit zijn tas en bleek hij alle vragen en de antwoorden te hebben opgeschreven. Tja, die moest hij natuurlijk inleveren en daar heb ik een melding van gemaakt.’

Beeld: Daniël Rommens | Adrie Barnhard voorziet elke tafel alvast van een kladpapier.

Het was de eerste én laatste overtreding die Henk in twee jaar meemaakte. Zelfs spieken komt zelden voor. Het bevestigt voor hem hoe volgzaam deze generatie studenten is. ‘Ze zijn zo zenuwachtig voor een toets. Dat is wel anders dan in mijn tijd. De studenten van tegenwoordig zijn bloedserieus.’

Beeld: Beeld: Anne Posthuma | Henk Schrijver bereidt zich voor op het tentamen.

Spiekbriefjes

Ook Adrie – die zich nog levendig kan herinneren hoe zij en haar toenmalige klasgenoten begin jaren zeventig onder hun minirokjes plakten – herkent zich in dat beeld. ‘Mensen die zeggen dat ze alleen maar naar hun telefoon kijken, zitten er helemaal naast. Ik vind deze jongeren fantastisch. Ze beschikken over een enorme drive. Vaak zitten ze nog vlak voordat het tentamen begint met hun neus in de boeken.’

 

De HvA-student lijkt de wilde haren kwijt te zijn en focust zich volledig op het halen van een goed cijfer. Is het wel goed dat ze allemaal zo serieus zijn? Henk denkt even diep na, maar schudt dan zijn hoofd en schiet in de lach. ‘Natúúrlijk is dat goed. Man, wát een lapzwansen waren wij.’ Voor Henk is het duidelijk: deze studenten gaan het er goed van afbrengen. ‘Dat zie je meteen.’