Waarom gaan jongeren relschoppen in Amsterdam? ‘Ze laten zien: ik ben er óók nog’
Pexels
Daags na de beruchte ‘jodenjacht’-nacht gingen jongeren in Nieuw-West de straat op om te rellen. Maar waarom? We vroegen HvA-lector Stijn Sieckelinck, expert op het gebied van jongerenwerk, naar verklaringen. ‘Spreken van een integratieprobleem werkt alleen maar averechts.’
Het zijn onrustige tijden voor Amsterdam. De stad was nog maar nauwelijks bijgekomen van de gebeurtenissen in de nacht van 8 november of honderden jongens besloten met elkaar vernielingen aan te gaan richten in stadsdeel Nieuw-West.
Dat deze jongeren veelal een Marokkaanse of islamitische achtergrond hadden, verklaarde volgens premier Schoof genoeg. Een groot deel van hen zou ‘de Nederlandse waarden niet onderschrijven’, en Nederland had plots een heus ‘integratieprobleem’. Lector Stijn Sieckelinck (Youth Spot) schuift aan via Teams om zijn visie op de rellen te geven.
Hoe heeft u naar het verloop van alle gebeurtenissen gekeken?
‘Wat mij in eerste instantie meteen opviel, is hoe heel het land ontzettend geschrokken leek door wat er allemaal gebeurd was. Terwijl: als je je oor te luister legt in de wijk, dan zie je al veel langer dat er grote onvrede is. Zeker onder jongeren, en zeker over de manier waarop Nederland zich opstelt met betrekking tot Israël en Palestina.’
In dat opzicht verrasten de rellen u niet zo?
‘Bij de persconferentie van burgemeester Halsema op de vrijdagochtend ging natuurlijk wel een bijzonder naar, bitter gevoel door mij heen. Dat er sprake was geweest van antisemitisme en dat het op deze manier in de straten van Amsterdam tot uiting kwam, raakte mij wel.’
‘Deze jongeren voelen zich al veel langer in de steek gelaten door de leiders van dit land’
‘Uiteindelijk bleek het beeld complexer. Er zat zeker “jodenhaat” bij wat er in die nacht gebeurde, maar we hebben inmiddels ook op beelden gezien dat die Israëlische supporters de genocidale praktijken van hun land zaten te verheerlijken met het zingen van liedjes. Dat moet je ook in het verhaal meenemen.’
Dagen later besloten jongeren om te gaan rellen in Nieuw-West. Waarom, denkt u?
‘Het was een gelegenheid om de onvrede kenbaar te maken. Deze jongeren voelen zich al veel langer in de steek gelaten door de leiders van dit land. De onvrede over het geweld dat Israël aanricht in Palestina is iets dat zeker in de Marokkaans-Nederlandse community heel erg leeft. Dit was een moment om het collectieve gevoel van niet gehoord en serieus genomen te worden te tonen in de straten van Amsterdam.’
Was dat de boodschap?
‘Het is natuurlijk moeilijk om de “boodschap” van deze jongens precies te distilleren. Maar deel ervan is wel: kijk eens, ik ben er óók nog, ik laat mezelf niet klein houden of maken door de overheid, de politie of enige andere autoriteit. Ik manifesteer mij. Ik vecht terug. Daarbij moet gezegd dat groepsgedrag en de bewijsdrang bij deze jongens natuurlijk een belangrijke rol speelt. Daar zijn ze namelijk erg gevoelig voor.’
Het is niet voor het eerst dat zoiets gebeurt – drie jaar geleden gingen jongeren de straat op om te rellen over de avondklokmaatregelen, dat had niets met Palestina te maken. Ook toen ging het om jonge jongens, vaak niet ouder dan een jaar of vijftien.
‘Er zijn zeker parallellen met de gebeurtenissen toen. Zeker in buitenwijken reageert men extra gevoelig in situaties waarbij rechten worden opgeschort. Dan neemt de kans toe dat een aantal jongeren dat omzet in heel hinderlijk, storend of zelfs gewelddadig gedrag. Waarbij je natuurlijk moet aantekenen dat er nog een altijd meerderheid van jongeren is die zich daar helemaal niet in mengen, die zich beseffen: hier doe ik niet aan mee.’
Beeld: Steef Fleur | Stijn Sieckelinck
‘De razendsnelle mobilisatie van deze jongens valt op, tegenwoordig. Jongeren weten door sociale media en online fora heel snel waar ze moeten zijn. Soms lijkt het bijna alsof het een soort spelletje voor ze is, van kat en muis, een soort gegamificeerde realiteit, waarbij de missie is om schade aan te richten en daarbij net uit de greep te blijven van de politie.’
Meerdere politici spreken plots van een heus ‘integratieprobleem’ onder deze jongeren. PVV-leider Geert Wilders pleit zelfs voor het afpakken van paspoorten bij ‘dit soort tuig’. Wat vindt u daarvan, die harde taal?
‘Ik maak mij daar wel zorgen over. Politici, die opeens over wetgeving spreken die eigenlijk is bedoeld om terrorisme terug te dringen. Hetzelfde geldt voor het gebruik van de term ‘integratieprobleem’. Wat, omdat er uitwassen zijn onder islamitische Nederlanders, die hier al generaties lang wonen? Dat is niet alleen weinig in proportie, maar evenmin verstandig.’
‘Het versterkt vooral alleen maar het idee van mensen met een Arabische achtergrond, die hier soms al generaties lang wonen, dat je het nóóit goed kunt doen. Dat je nooit dezelfde status krijgt als andere Nederlanders. Vooral bij de groep die zich juist graag wil opwerken is dat een boodschap die hard aankomt.’
Leidt het misschien juist wel tot verdere radicalisering onder deze groepen jongeren?
‘Dat zou zeker kunnen. Nu moet gezegd: heel veel jongeren hebben helemaal geen boodschap meer aan wat men in politiek Den Haag allemaal zegt. Het zal wel, denken ze. Veel jongeren zijn dat vertrouwen al veel langer kwijt. Maar jongeren die zich wél willen opwerken, die willen meedoen in de samenleving, die worden hier wel degelijk door geraakt. En bij hen bereik je het tegenovergestelde van wat je zou willen, denk ik.’
U heeft veel onderzoek gedaan naar radicalisering onder jongeren en ook interviews met dit soort jongeren gehouden. Wordt er wel genoeg met deze jongeren zelf gepraat?
‘De afgelopen jaren hebben we allerlei tools ontwikkeld voor jongerenwerkers en andere professionals om het gesprek met jongeren over dit soort lastige thema’s aan te gaan. Toch is deze situatie, met betrekking tot Israël en Palestina, heel specifiek. Het vraagt heel veel tact om het gesprek hierover met jongeren aan te gaan. Daar worstelen jongerenwerkers momenteel ook mee.’
‘We moeten niet te lang blijven vergaderen aan bestuurstafels, maar oprechte interesse tonen in deze jongeren’
‘Belangrijk is om jongeren in ieder geval serieus te nemen en ervoor te zorgen dat ze een soort uitlaatklep hebben om hun gevoelens en mening over dit conflict te kunnen uiten. De jongerenwerker kan daar een belangrijke rol in spelen.’
De Amsterdamse wethouder Sofyan Mbarki pleitte een jaar geleden al in NRC dat er ‘een tandje bij moet’ op het gebied van jongerenwerk in Amsterdam. Bent u het met hem eens, zeker in het licht van deze gebeurtenissen?
‘Ja. Ook omdat je niet steeds wilt wachten tot het tot dit soort escalaties komt, maar juist in rustigere tijden aan de relatie met jongeren wilt werken. De jongerenwerker, buurtvader of vrijwilliger in de wijk zal in dit proces onmisbaar zijn.’
‘De gemeente Amsterdam biedt al van alles aan wat allemaal heel goed is, maar ik denk dat het nog wel een stuk sterker kan. Ik heb het dan over wat anders dan even theedrinken met jongeren: het gaat hier echt om het benoemen van de lastige vragen en om jongeren die moreel in de knel zitten en zich willen verhouden tot wat er in Gaza gebeurt, te helpen.’
Blijft het de komende tijd onrustig in Nieuw-West en Amsterdam, verwacht u?
‘Dat hangt er denk ik heel erg vanaf hoe snel het ons lukt om daadwerkelijk met deze jongeren te praten. Er wordt nu van alles over deze jongeren beweerd, maar we nemen lang niet altijd daadwerkelijk de moeite om het gesprek met ze aan te gaan.’
‘Samen met ouders en de buurt zal de komende jaren aan sterkere opvoedingsomgevingen moeten worden gebouwd. Enkel de schuld geven en voorzieningen afbreken werkt alleen maar averechts. We moeten niet te lang blijven vergaderen aan bestuurstafels, maar oprechte interesse tonen in wat er bij deze jongeren speelt. Dat is de enige manier waarop we de rust in de stad echt terug kunnen brengen.’
Geplaatst door
Eindredacteur bij HvanA. Ik volg en schrijf van alles en luister graag naar de verhalen die je te vertellen hebt. Tips voor zo’n goed verhaal op HvanA? Stuur een mailtje naar benne@hvana.nl.