Stones-onderwijs was te losjes, er komt nu weer richting in het curriculum

mei 8, 2025
Beeld:

Paul Disco

Benno Premselahuis

Geplaatst door
Paul Disco
Op
08 mei 2025

Lang was flexibiliteit het toverwoord bij Creative Business en Communicatie. Studenten mochten hun eigen leerroute bepalen. Maar de beloofde autonomie leidde tot hoge uitval, versnippering en een zwakkere kennisbasis. ‘Studenten moeten weer graag naar school komen, zonder dat we ze daartoe verplichten’, zegt opleidingsmanager Zeger Stinis.

De opleidingen Communicatie en Creative Business (CO+CB) hebben na de onderwijsvernieuwing die in september 2022 werd ingevoerd, een turbulente periode achter de rug. Al snel kwamen stevige kritieken: medewerkers betreurden onder meer het verdwijnen van bestaande minoren, de deelraad uitte ‘ernstige zorgen’ over de onderwijskwaliteit, en een melding van een klokkenluider bracht twee jaar geleden aan het licht dat de studielast in het nieuwe model onvoldoende was.

Waar staan de opleidingen nu, ruim drie jaar na de invoering van het vernieuwde onderwijs? Zeger Stinis, opleidingsmanager van Creative Business, verwachtte een jaar geleden ‘uit de dip te zijn’ met de opleiding. Maar vanaf september kiest de opleiding meer voor vaste paden, clusters van beroepen en meer structuur. HvanA sprak met hem over het onderwijs.

Zeger Stinis

Beeld: Pepijn Kouwenberg | Zeger Stinis

Vorig jaar zei u nog: ‘We zijn uit de dip.’ Waarom dan toch weer een nieuw plan?
‘Begrijpelijke vraag. Maar dit is geen totaal nieuw model. Veel onderdelen hadden we al in gang gezet, en we moesten wachten op de nieuwe landelijke eindkwalificaties. Dit is een doorontwikkeling van het bestaande Stones-model.’

‘Wat we nu doen, sluit daar logisch op aan. Bovendien zagen we veel meer studenten dan voorheen stoppen met de opleiding en vonden we de kennisbasis van studenten te mager. Dan moet er wel wat gebeuren.’

Kunt u kort uitleggen: wat blijft hetzelfde, en wat verandert er?
‘De kern blijft: grotere onderwijseenheden van 15 studiepunten, het toetsen met beroepsproducten en formatief evalueren. Wat verandert, is de manier van toetsing, de roostering en de zogeheten ‘alignment’.’

‘We brengen business en marketing terug in het programma’

Wat bedoelt u precies met: de manier van alignment?
‘Dat je toetst wat je leert, en dat we dus ook studenten aan het eind van de opleiding toetsen of ze aan de eindkwalificaties voldoen. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar we merkten dat het in de praktijk beter kon. De nieuwe kwalificaties waren voor ons ook aanleiding om te kijken: waarin onderscheiden wij ons eigenlijk van andere opleidingen?’

En? Waarin onderscheidt de Amsterdamse opleiding Creative Business zich straks?
‘We blijven een creatieve opleiding, met veel aandacht voor het maken van media. Maar we brengen ook business en marketing terug in het programma. Ons profiel wordt: creatie, mét verstand van zaken. En natuurlijk, Amsterdam als internationale stad met actuele media- en communicatievraagstukken is ook een belangrijk onderdeel van onze aantrekkingskracht.’

Net noemde u ook veranderingen in de roostering. Wat gaat er anders per september?
‘In het oude model hadden studenten vier dagen per week lesblokken van 150 minuten. Van de tien weken in een periode, waren er maar zeven met les. Veel studenten kwamen niet elke keer opdagen, en in de toetsweken soms maar een uurtje. Dat schaadt de binding én het studiesucces.

Nu bouwen we de dag beter op: ’s ochtends uitleg, daarna zelfstandig werken, en in de middag presenteren studenten hun werk. Dat geeft structuur én directe feedback. Dit ‘compact roosteren’ is een veel logischere opbouw voor de student.’

En hoe verandert de toetsing?
‘We voegen kennistoetsen toe, die 25% van het cijfer bepalen. Die vinden plaats halverwege een stone, en gaan bijvoorbeeld over marketing, ethiek en juridische kennis. Zo zetten we studenten eerder ‘aan’.

Ook het beroepsproduct verandert: we kijken voortaan óók naar beroepsgedrag. Kom je op tijd? Lever je je werk op tijd in? Dat zijn dingen die werkgevers belangrijk vinden, dus wij ook.’

Trapportaal BPH

Beeld: Paul Disco | Trappenhuis van de opleidingen CO+CB

U klinkt overtuigd. Maar wat als dit níet werkt? Als de uitval niet daalt?
‘Ik acht dat risico heel klein. We hebben dit goed doordacht, uitgebreid getest in pilots. We hebben veel geleerd de afgelopen jaren en ook goed geluisterd naar studenten en docenten. En we werken straks met een korte PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act, red.) om snel bij te sturen. Dus als het niet werkt, passen we het meteen aan.’

U zei op een bijeenkomst met docenten dat het huidige model leidt tot uitval en ‘verschraling van de kennisbasis’. Hoe ernstig is dat?
‘Het is herkenbaar in heel het hbo: studenten zijn weinig op school, stoppen vaker, en we zagen dat hun kennisbasis zwakker werd. Tegelijk: meer studenten haalden hun propedeuse in één keer, en we verwachten minder langstudeerders. Maar die hoge uitval baart me wel zorgen, ja. Wij hebben er meer dan gemiddeld mee te maken. De uitval komt niet per se door flexibiliteit, maar zit ook in de wijze waarop flexibiliteit was uitgewerkt.

En over de inhoud in de hoofdfase zijn we gewoon niet tevreden. We merkten dat er niet genoeg op kennis te stapelen viel. Dat kwam ook door het zeer flexibele programma: studenten konden zelf vrij hun leerroute bepalen. We hebben daarom clusters van beroepen geïdentificeerd, mede op basis van vacature-analyses en gesprekken met het werkveld. Op basis daarvan hebben we de leerpaden geformuleerd. Bij CB kunnen studenten kiezen uit vier leerpaden, bij CO uit twee.

Volgens mij verandert ook iets aan de keuzevrijheid. Klopt dat?
‘Ja, dat verandert zeker. Het is eigenlijk alleen mogelijk om een goede opbouw te hebben in het eerste jaar als de volgorde vastligt. Iedereen maakt dan dezelfde reis, dat is ook goed voor de binding. En in de hoofdfase bleek al die keuzevrijheid nauwelijks uitvoerbaar in de roostering. Bovendien kun je dan ook niet echt leerpaden aanbieden die toewerken naar een beroep. En laten we wel wezen: het is voor iemand van achttien ook best lastig om zulke keuzes al goed te maken.’

‘Veranderingen kosten tijd. Dit moet zorgvuldig gebeuren’

U zegt dat het geen nieuw plan is, maar het is toch wel heel veel wat er verandert?
‘Dat klopt, maar het is ook onze taak om het onderwijs actueel en relevant te houden. We moeten het blijvend afstemmen op ontwikkelingen in het werkveld.’

Vorig jaar in juni kondigde u al precies deze koers aan: een logischere opbouw van de propedeuse, onderwijs verspreid over minder dagen, plenair beginnen, business terug. Wat hield u tegen?
‘Veranderingen kosten tijd. Dit moet zorgvuldig gebeuren. Toetsing moet in het Onderwijs- en Examenreglement. Roosteren is complex, zeker als je een gebouw deelt. En ondertussen zijn we dit schooljaar al aan het bijsturen geweest.’

Ook hoorcolleges keren terug, terwijl die eerder juist werden afgeschaft.
‘Studenten gaven aan hoorcolleges juist te waarderen. Dat herken ik ook. Een bevlogen spreker kan je echt meenemen in een onderwerp. Maar het moet wel iets toevoegen, daar kijken we kritisch naar.’

En de populaire radio- en tv-minoren? Komen die terug?
‘Niet per definitie, maar we blijven wel kijken naar een aantrekkelijk en samenhangend minorenaanbod. We onderzoeken dat dus, want dat waren inderdaad populaire minoren. We zien dat veel studenten nu hun minor buiten onze opleiding of zelfs buiten de HvA volgen.

Per saldo vertrekken er meer dan dat er bij ons instromen. Dat wil ik omdraaien. Studenten moeten zich ook binnen onze opleiding kunnen verdiepen. En we moeten ook aantrekkelijk zijn voor studenten van andere opleidingen.’

U belooft ook méér contacttijd, zonder extra inzet van docenten. Hoe werkt dat?
‘Door slimmer te organiseren. Nu geven bijvoorbeeld drie docenten per week feedback aan één klas. Vaak kan dat ook met één of twee docenten, zeker als studenten daarnaast elkaar onderling feedback geven. Bij hoorcolleges kunnen we meerdere klassen samenvoegen. Bij het tussenblok waarin studenten zelfstandig werken, kunnen we vaak voor meerdere klassen volstaan met een docent, die beschikbaar is voor eventuele vragen. Meer contact, met hetzelfde team.’

Twee jaar geleden bekritiseerde commissie Eijkman het lage aantal contacturen. Is dit een reactie daarop?
‘Nee, dat hebben we toen al opgelost. De NVAO heeft vastgesteld dat het contactonderwijs toen op orde was. Wat we nu doen, draait om inhoud en binding.’

‘Als de sfeer goed is en studenten voelen zich echt verbonden met hun opleiding, dán doen we het wat mij betreft goed’

Onze columnist Lisa, student Creative Business, was soms kritisch op haar opleiding. En op TikTok circuleren nogal wat sarcastische berichten en video’s van studenten. Wat krijgt u daarvan mee?
‘Best veel. En ik neem dat serieus. Ik ben ook marketeer, dus ik kijk uiteraard naar dit soort signalen. Soms zijn de berichten terecht, soms niet. Maar altijd waardevol. Hoewel, dit doet ook echt wat met onze docenten. Zeker als blijkt dat het beeld niet altijd klopt met de werkelijkheid.’

Veel docenten noemen het Stones-model ‘mislukt’. Hoe weet u of deze vernieuwing wel slaagt?
‘Ik kijk natuurlijk naar de uitval van studenten, of iedereen op schema ligt, de toetsresultaten, studenttevredenheid én het werkplezier van docenten. En ik zeg eerlijk: als docenten hier niet enthousiast over zouden zijn, dan zou ik het desnoods later invoeren. Iedereen moet erin geloven, en dat is nu het geval.’

Wanneer bent u tevreden?
‘Als studenten blijven, en ja: ook in de middag. Als docenten trots zijn op wat ze doen. Als de sfeer goed is, en studenten zich echt verbonden voelen met hun opleiding. Dán doen we het wat mij betreft goed.’

Lees ook

Geplaatst door

Ik ben hoofdredacteur van HvanA. Heb je nieuws over de HvA, wil je wat kwijt of gewoon even bijpraten: mail gerust naar paul@hvana.nl