‘Optimisme is een morele plicht in het onderwijs’
HvanA
Jacob Eikelboom
Docent Jacob Eikelboom schrijft elke twee weken een column over het verwarrende leven op en rond de hogeschool. In zeventien jaar heeft hij al van alles meegemaakt, en soms word je weleens moe van alle verandering. Maar optimisme houdt zelfs een zeurende onderwijsdino als hij jong en fris.
Toen ik nog maar net op de HvA werkte had ik een teamleider die zei dat het heel gezond was om elke vijf jaar van baan te veranderen. Dat houd je fris en ambitieus. Ik vond hem een sympathieke man en nam zijn woorden serieus. Na vijf jaar was hij inderdaad vertrokken en ik bleef, tot op heden, zeventien jaar verder.
Toen ik mij weer eens afvroeg of ik nu officieel verstoft en ambitieloos was, las ik over Rikie. Ze werkt al 45 jaar voor HvA en zelfs nu ze formeel met pensioen is, kan ze de hogeschool niet loslaten. Ik zie haar nog steeds twee keer per week de balie in het Muller Lulofshuis bemensen.
De verhalen die Rikkie te vertellen heeft zijn heerlijk verfrissend, vermakelijk en nostalgisch. Oppassen op de kat van de baas en sigaretjes neerzetten op de vergadertafel van de HvA. Tegelijk dienen haar verhalen als een spiegel. De HvA is steeds meer tot een steriele showroom geworden, alsof we kantoorslaven herbergen.
Ben ik na jaren onderwijs inderdaad verworden tot die zeurende dinosaurus?
Ik ken meer HvA’ers zoals Rikie, collega’s die decennialang trouw blijven aan de HvA als werkgever. Daar zitten ook vastgeroeste types bij die maar één mantra hebben: vroeger was alles beter. Heel begrijpelijk, denk ik dan, dat terugverlangen naar bordkrijt, handgeschreven toetsen en presentaties via een overheadprojector.
De meeste HvA-klevers die ik ken zijn gelukkig niet vastgeroest en klagerig. Vaak zijn ze juist de smeerolie van een opleiding. Ze vormen de routekaart als anderen verdwalen in de doolhof die het onderwijs soms is. Ze weten precies waarom welke keuzes ooit gemaakt zijn en wat wel en niet bleek te werken. Ze duikelen in een handomdraai bestanden op waarvan iedereen dacht dat ze verdwenen waren. Ze zijn het langetermijngeheugen van een opleiding. En daar ontbreekt het nogal eens in het onderwijs, een plek waar iedereen altijd alles beter weet, vooral op korte termijn.
Zelf ben ik ook nogal eens zo’n betweter die meent de juiste weg te kennen. Dat ben ik al vanaf baan één (ja, in mijn jonge jaren ben ik inderdaad elke vijf jaren van werkplek veranderd). Als je junior docent bent, heet dat betrokken en vernieuwend. Nu ik senior docent ben, wordt dezelfde kritische inbreng nogal eens beschouwd als negatief en pessimistisch. Had ik naar mijn oude teamleider moeten luisteren? Ben ik na jaren onderwijs verworden tot die zeurende dinosaurus?
Ik vroeg haar: hoe zorg je dat je niet verzuurt of teleurgesteld raakt in het onderwijs?
Het antwoord op die vraag kreeg ik van een student. Naast mijn baan bij de opleiding SJD geef ik les aan zij-instroomstudenten die leraar Nederlands worden. Soms zijn dat mensen die al jaren in het onderwijs werken, maar toe zijn aan een ander vak en dus een andere bevoegdheid.
Met zo’n oudgediende had ik onlangs een eindgesprek over haar portfolio. Die stond bol van kritische observaties en analyses. Ook van creatieve oplossingen en nieuwsgierige blikken. Ik herkende veel van mijzelf in deze onderwijsdinosaurus. Hoe zorg je ervoor dat je niet verzuurt of teleurgesteld raakt in het onderwijs, vroeg ik haar.
Optimisme is een morele plicht in het onderwijs, antwoordde ze.
In plaats van de tip om elke vijf jaar van baan te veranderen om je fris te houden, had ik liever dit als wijsheid en opdracht meegekregen.
Geplaatst door
Jacob Eikelboom is naast overtuigd twijfelaar ook docent bij de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening. Elke twee weken schrijft hij een column voor HvanA over het verwarrende leven op en rond de hogeschool.