Nieuwe afspraken over hbo tot 2024
De hogescholen hebben vandaag met de minister van Onderwijs een ‘Sectorakkoord hoger beroepsonderwijs’ getekend. Hierin staan onder meer afspraken over hoe de hbo’s tot 2024 het onderwijs gaan verbeteren. 5 vragen over dit akkoord.
De afspraken in het Sectorakkoord hoger beroepsonderwijs 2018 (gemaakt tussen de Vereniging Hogescholen en minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven) vullen maar liefst 14 pagina’s. Het gaat dan ook over een periode van 6 jaar en over honderden miljoenen die over de hogescholen in Nederland worden verdeeld.
CvB-voorzitter Huib de Jong (ook vice-voorzitter van de Vereniging Hogescholen) liet vandaag alvast weten tevreden te zijn met het akkoord. ‘Het is goed om te zien dat de hogescholen en de minister allebei willen investeren in kwaliteitsverbetering van het onderwijs,’ zei hij.
Wat staat er in het akkoord?
Het akkoord gaat vooral over de vraag hoe de hogescholen de honderden miljoenen euro’s gaan uitgeven die vrijkomen door het afschaffen van de basisbeurs voor studenten – het zogenoemde ‘studievoorschot’. Tot nu toe maakten hogescholen zogeheten prestatieafspraken met het rijk, die worden nu vervangen door kwaliteitsafspraken. Er zijn 6 belangrijke thema’s:
- – Intensiever en kleinschaliger onderwijs
- – Meer en betere begeleiding studenten
- – Verbeteren studiesucces en doorstroming
- – Onderwijsdifferentiatie
- – Passende en goede onderwijsfaciliteiten
- – Verbeteren van kwaliteit docenten
Kijk hier (pdf) wat met deze 6 thema’s wordt bedoeld
Zijn er meer belangrijke veranderingen?
Ja. De hogescholen mogen in de toekomst veel meer hun eigen gang gaan en hun eigen onderwijsprogramma’s maken, en worden minder tot de kleinste details gecontroleerd door de minister. Huib de Jong zegt het als volgt op de interne site mijn HvA: ‘We kunnen nu vanuit onze eigen HvA visie en missie werken aan de verantwoording van ons beleid’. Denk daarbij aan het opzetten van zogeheten Centres of Expertise voor praktijkgericht onderzoek en onderwijs. Andere verandering is dat de medezeggenschap van studenten en medewerkers (de CMR bij de HvA) flink mee kan praten over de besteding van het geld en de maatregelen.
Wie gaat dat allemaal controleren?
Bij de HvA dus die eerder genoemde Centrale Medezeggenschapsraad (CMR). De studenten en medewerkers die daarin zitten, kunnen dat ook niet alleen. De plannen worden ook nog eens door een onafhankelijke organisatie getoetst, de NVAO. Eerst worden de plannen vooraf bekeken, dan bekijkt de NVAO hoe het ervoor staat in 2022 en na 2024 komt er nog een evaluatie. De HvA zal dus ook heel precies moeten laten zien waaraan het geld wordt besteedt.
En wie gaat dat allemaal betalen?
Voor een groot deel dus alle studenten in Nederland. Die hebben namelijk in 2015 hun basisbeurs ingeleverd, en het geld dat daardoor wordt bespaard, gaat nu naar de hogescholen (en universiteiten).
Het gaat om 127 miljoen euro in 2019 en het bedrag loopt op tot 379 miljoen in 2024. Een deel (10 procent) gaat naar andere onderwijsplannen van de regering, de nieuwe kwaliteitsafspraken gaan over de overige 90 procent. Het kabinet geeft daarnaast per jaar nog eens 47 miljoen euro uit, en er komt een onbekend bedrag extra voor verbteren van onderzoek en innovatie. De hogescholen moeten trouwens tegelijkertijd bezuinigen, dus heel veel geld extra blijft er onder de streep ook weer niet over, zeggen ze.
