Internationals over kloof met Nederlandse studenten: ‘Een gemiste kans’
Tessel Bruns
Introweek ACE Society
Op papier is een internationale opleiding als AMSIB een smeltkroes van culturen, maar in de praktijk leven Nederlandse en internationale studenten vaak langs elkaar heen. De taal vormt daarbij de eerste barrière. ‘Soms voelt het alsof je Nederlandse studenten lastigvalt als je Engels tegen ze praat.’
‘Ik denk dat ik in een internationale bubbel leef’, zegt de 17-jarige Nazar Sorokin uit Kiev. Hij is eerstejaars aan de Amsterdam School of International Business (AMSIB) en woont al drie jaar in Nederland. ‘Maar die bubbel is niet per se iets negatiefs hoor, ik voel me hier thuis.’
‘Ik ga vooral om met Oekraïense en Europese studenten, niet met de Nederlandse. Zij hebben vaak al hun eigen vriendengroep, hun eigen kring. Ik pas daar niet echt tussen, ik spreek de taal ook niet goed.’
Drempel
Voor Nazar is de taal de grootste drempel. Zijn Nederlands verbetert snel, maar aansluiting vinden blijft lastig. ‘Op mijn vorige school in Amsterdam had ik wel veel Nederlandse vrienden. Ze zijn vriendelijk en behulpzaam, maar ook heel direct.’
‘Soms té direct, dat merk ik ook bij AMSIB. Een keer had ik een conflict met een Nederlandse klasgenoot waarmee ik het goed kon vinden, en toen zei hij dingen die me echt raakten. Later bood hij zijn excuses aan, maar de vriendschap voelde niet meer hetzelfde.’
In de klas merkt Nazar dat de internationale studenten een stuk actiever zijn dan de Nederlandse studenten. ‘Internationals zijn niet bang om te presenteren of fouten te maken. Nederlandse studenten wel. Zij zitten vaak achterin de klas, in de hoop dat ze de beurt niet krijgen.’

Beeld: Tessel Bruns | Nazar Sorokin
‘Ook als hij zelf Engels begon te praten, ging de rest van de klas door in het Nederlands’
Buitengesloten
Dat er een kloof is tussen Nederlandse en internationale studenten ziet ook de 23-jarige Yianna Reinking uit de Filipijnen. Volgens de derdejaars AMSIB-student en bestuurslid bij de studievereniging ACE Society, is de kloof niet alleen een kwestie van taal, maar ook van houding. ‘Ze trekken alleen maar met elkaar op en praten enkel Nederlands, óók met de docent. Als docenten vervolgens in het Nederlands reageren, dan snap ik dat de internationale studenten zich buitengesloten voelen.’

Beeld: Tessel Bruns | Introweek ACE Society
Yianna maakte het van dichtbij mee als student assistent. ‘Een Japanse student zat met één andere international in een verder volledig Nederlandse klas. Omdat er voornamelijk Nederlands werd gesproken, begreep hij bepaalde concepten niet. Ook als hij zelf Engels begon te praten, ging de rest van de klas door in het Nederlands. Hij voelde zich geïsoleerd en wilde stoppen met zijn studie.’
‘Als je net begint aan AMSIB, ben je vaak 16 of 17 jaar. Je bent puberaal, misschien wel onzeker, en je hebt al genoeg aan je hoofd. Een woning vinden, een huisarts regelen, werk zoeken. En dan kun je je klasgenoten niet eens verstaan. Ik begrijp wel waarom internationale studenten dan naar elkaar toetrekken.’
Zelf heeft Yianna ook vooral internationale vrienden. ‘Uit eigen ervaring weet ik dat het kan voelen alsof je Nederlandse studenten lastigvalt als je Engels tegen ze praat. Dat voel ik zelf ook nog steeds, terwijl ik nu in mijn derde jaar zit. Ik snap dat het comfortabel voelt om Nederlands praten, maar het blijft een internationale opleiding waar de voertaal Engels is.’
‘Nederlandse studenten hebben weer hun eigen kroegen. Welke dat zijn? Geen idee’
Is de kloof dan vooral een taalprobleem? ‘Het begint met de taal’, zegt Yianna. ‘Wat volgt is dat Nederlandse en internationale studenten ieder hun eigen plekken vinden in de stad. Dat zie ik absoluut in mijn eigen kring. Wij gaan altijd naar barretjes waar mensen Engels spreken. Nederlandse studenten hebben weer hun eigen kroegen, maar welke dat zijn, geen idee.’
Gemiste kans
Bij ACE, de studievereniging van AMSIB, proberen ze de kloof te overbruggen door cultureel gevarieerde evenementen te organiseren. ‘Ontbijtjes op school, rondvaarten, pubquizzen, echt van alles. Maar eerlijk? Alleen de internationale studenten komen opdagen. Ik zie het als een gemiste kans: we zitten samen op een internationale opleiding, maar in de praktijk leven we in gescheiden werelden.’
Luca Marie Schütz (19) uit Duitsland is eerstejaars AMFI-student. Bij de modeopleiding van de HvA kunnen studenten kiezen voor de Nederlandse of de Engelse track van de opleiding. Luca doet de internationale variant, en zit met een aantal Nederlandse studenten in de klas. Ze was van tevoren al gewaarschuwd voor de kloof, maar zegt er weinig last van te hebben.
‘Ik kan het net zo goed vinden met de Nederlandse meiden als met de rest van de klas’, zegt ze. ‘Het is alleen jammer dat de Nederlandse studenten niet uit Amsterdam komen. Ik had graag een dutchie in mijn klas gehad die me de Nederlandse cultuur en de stad kon laten zien. Maar na de les gaan zij vaak gelijk naar huis, waardoor ik buiten studie toch meer met de internationals optrek.’

Beeld: Tessel Bruns | Luca Marie Schütz
‘We gaan naar de OBA om te studeren, koken bij elkaar thuis, gaan naar het park, de vlooienmarkt, het café. Soms sluiten de Nederlandse studenten aan.’
Dat Luca de kloof niet zo hevig ervaart, is volgens derdejaars AMFI-student Isabell Kristiansen (22) uitzonderlijk. ‘Voor mijn gevoel is de scheiding tussen deze twee groepen nergens zo voelbaar als bij AMFI. ‘We hebben er zelfs een grap over’, vertelt ze. ‘Dan zeggen we tegen elkaar: “Wie zijn die Nederlandse studenten eigenlijk?”
‘We zijn ons heel bewust van de kloof, maar het is moeilijk om er iets aan te doen’
‘We horen alleen maar over ze, maar we zien ze nooit. En dat is best gek, want het gebouw is helemaal niet zo groot. Achter de grap schuilt wel een zekere melancholie, hoor. Ik zou het mooi vinden om meer te leren over het land waar ik nu woon, via de mensen die hier vandaan komen.’
Net als Yianna zit Isabell in het bestuur van de studievereniging van haar opleiding. Binnen The New Mode Collective wordt de kloof regelmatig besproken, zegt ze. ‘We zijn ons er heel bewust van, maar het is lastig om er iets aan te doen. Laatst organiseerden we een evenement in het Nederlands, in de hoop dat ze daar wél op af zouden komen. Er kwamen er slechts drie.’
Isabell geeft eerlijk toe dat ze het contact met de Nederlandse studenten niet echt mist. Voor Nazar is het ook geen groot gemis. Hij voetbalt in een Nederlands team en krijgt zo toch iets mee van de Nederlandse cultuur en tradities. Yianna blijft zich wel inspannen om de kloof te doorbreken. ‘Het is jammer dat we niet samen optrekken, hopelijk verandert dat de komende jaren. En wie straks internationaal wil werken, moet ook leren omgaan met culturele verschillen.’
