‘In Limburg zag ik hoe klein mijn wereld is als docent in Amsterdam’

maart 31, 2025
Beeld:

HvanA

Jacob Eikelboom

Docent Jacob Eikelboom schrijft elke twee weken een column over het verwarrende leven op en rond de hogeschool. Deze keer is hij op lesbezoek in Limburg, een ontmoeting die veel vooroordelen wegneemt. ‘Het is hier misschien nog wel multicultureler dan in Amsterdam.’

Afgelopen week ontving ik enkele groepen mbo-studenten op de HvA. Ze volgen lessen, verkennen de gebouwen en krijgen een eerste indruk van hoe dat is, studeren aan de HvA. Als ze na de pauze langzaam weer binnen druppelen, zegt er een: oh my god, ze hebben hier een internationale wc. Je bedoelt een universele wc, corrigeert een ander hem.

Een paar dagen later ben ik voor een lesbezoek in Gulpen, Zuid-Limburg. Daar hoor ik het woord internationaal opnieuw. Deze keer niet als vervanger voor genderneutraal, maar voor multicultureel.

Ik spreek amper nog Turks, vertelt het meisje, dat plat Limburgs praat

Naast mijn baan op de HvA bezoek ik docenten in opleiding door het hele land. Voor de vmbo-school in Gulpen staan trekkers op de parkeerplaats en veel fietsen, veelal zonder accu en met dunne banden, ondanks het heuvelachtige land. Binnen in de aula hangt een beeld van Jezus aan het kruis, een foto van prins carnaval en een glas-in-loodportret van de non Sophie Barat met daarboven de tekst Al was het maar voor één kind.

Ja, die trekkers zijn van leerlingen, zegt de docent als ik ernaar vraag. Dat de school katholiek is, lijkt vanzelfsprekend. Vol vooroordelen over een spierwitte klas en de geur van boerderijen en katholicisme ga ik de klas in. Ik blijk vooringenomen en klein van geest.

De samenstelling van de klas is wat wethouders in Amsterdam al decennia proberen te bereiken: een gemengde klas met een enorme diversiteit aan achtergronden. Als ik tijdens het vrij werken met wat leerlingen klets, vraagt een meisje waar ik zelf lesgeef. In Amsterdam. Daar heb je veel internationale scholen, toch, vraagt ze. Ja, die zijn er ook, maar de meeste zijn gewone Nederlandse scholen, antwoord ik. Nee, ik bedoel met veel Turken, Marokkanen en Surinamers enzo.

Woorden als ‘mensen van kleur’ en ‘genderneutrale wc’s’ worden alleen gesproken in mijn eigen kleine wereld

Na het uitwisselen van wat anekdotes, mengen zich steeds meer leerlingen in het gesprek. Jullie weten volgens mij niet dat mijn ouders uit Albanië komen, zegt een meisje. Mijn moeder is Pools en mijn vader Marokkaans, vertelt een ander. En ik heb een Duitse moeder. Ik ben trouwens niet alleen Surinaams, ook half Antilliaans. De diversiteit aan achtergronden blijft groeien. En dat alles in soms amper te verstaan Limburgs. We kallen allemaal plat, zegt het meisje dat het gesprek begon. Ik spreek amper nog Turks, vertelt ze. Mijn vader werkt als buschauffeur en die kalt ook alleen plat.

Plat kallen. Terwijl het langzaam tot mij doordringt dat ze het over dialect spreken heeft, denk ik aan het dialect wat ik zelf wel eens bezig. Woorden als ‘mensen van kleur’, ‘studenten met een migratieachtergrond’ en ‘genderneutrale wc’s’ bleken voor de tweede keer in een week woorden uit mijn kleine wereld.

Jullie klas is net zo divers als de klassen die ik lesgeef in Amsterdam, zeg ik tegen het meisje. Alleen bij ons komen ze niet met de trekker naar school en kallen ze niet Limburgs. Misschien is het hier nog veel multicultureler zelfs, met al die mengvormen. Het meisje kijkt me met vragende ogen aan. Multicultureel, mengvormen? Je weet toch, zegt de Nederlands-Surinaams-Antilliaanse jongen tegen het Nederlands-Turkse meisje in het Limburgs. Jij bedoelt internationaal.

Lees ook

Geplaatst door

Jacob Eikelboom is naast overtuigd twijfelaar ook docent bij de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening. Elke twee weken schrijft hij een column voor HvanA over het verwarrende leven op en rond de hogeschool.