‘In Amsterdam zijn de zuilen terug: iedereen zit in zijn eigen wijk of hokje’
HvanA
Jacob Eikelboom
Docent Jacob Eikelboom schrijft elke twee weken een column over het verwarrende leven op en rond de hogeschool. Deze keer reist hij met de metro door Amsterdam en ziet hij hoe gesegregeerd de stad geworden is.
‘Het je het gehoord van Gwen, ze is zwanger.’
‘Ze is veertien, toch?’
‘Nee, dertien.’
‘Ze rookt en drinkt gewoon nog, zag ik vorig weekend.’
‘Ja, maar opeens stoppen geeft echt stress. En dat is ook slecht voor de baby.’
Omdat ik moest uitstappen, weet ik niet hoe het Gwen verder is vergaan. Voor deze meiden in de metro leek het de normaalste zaak van de wereld, bij mij spookten tientallen vragen door mijn hoofd.
Ongevraagd werd ik eventjes deel van haar leven, deze Gwen. De intieme setting van de metro, met lange rijen tegenover elkaar, neemt je zo mee in het alledaagse leven van medereizigers. Lopend van metrohalte Holendrecht naar het Nicolaas Tulphuis in Zuid-Oost dacht ik aan mijn eigen dochter van zestien.
Iets later belandde ik in de levens van een andere groep Amsterdamse tienermeiden. Op de trappen van het Haga Lyceum stonden een stuk of vijf meiden te roddelen over iemand. Ze zijn van top tot teen bedekt met lagen sobere stof. Van één van de meisjes kan ik alleen een glimp opvangen van haar ogen, zelfs haar handen zijn bedekt. Eerder het onderwijs dat de school biedt, dan hun gegiechel en verbaasde kreetjes verraadt hun leeftijd. Een jaar of veertien, schat ik.
Iedereen blijft tegenwoordig zitten waar die zit, in zijn eigen wijk, zuil of hokje, omringd door gelijkgestemden
Weer een volstrekt andere wereld, weer moest ik aan mijn dochter denken. Als ik onderweg tussen Holendrecht en De Vlugtlaan was uitgestapt, zo rond halte Amstelveenseweg, dan had ik haar daar zo tegen kunnen komen, tussen een groepje tienermeiden, ook roddelend over een leeftijdgenoot, maar dan: leunend op een fiets, met paardenstaart en sweater gekocht tijdens een weekendje Parijs.
Met metro 50 doorkruiste ik zo in dertig minuten de stad langs economische, sociale, culturele en religieuze grenzen. Ook het doen van boodschappen verloopt steeds meer langs die grenzen. Als ik op zaterdag op de markt van Plein 40-45 voor een prikkie wat groente en fruit koop, ben ik meestal de enige witte Nederlander en op het eerste gezicht een van de weinige homo’s en niet-gelovigen. Doe ik een kwartiertje verderop op de Noordermarkt boodschappen dan zie ik enkel witte mensen, van wie de helft een letter uit het queeralfabet lijkt te vertegenwoordigen, twee euro voor een biologische prei betalen en negen euro voor een zuurdesembrood.
Aan het einde van de week bezocht ik de voorpremière van de film Het land van Johan, van Eddy Terstall. De film volgt drie jonge mensen die in de jaren ‘70 vanuit de Veluwe, Limburg en Marokko naar Amsterdam komen om zich te ontwikkelen en om te ontdekken welke vergezichten het leven te bieden heeft. De zuilen, hokjesgeesten en andere beklemmende banden worden afgebroken om je eigen vrijzinnige levenspad te kiezen. Twee generaties verder lijken we terug bij af. Iedereen blijft zitten waar die zit, in zijn eigen wijk, zuil of hokje omringd door gelijkgestemden. En vrijzinnigheid? Dat lijkt een woord uit een ver verleden.
Hebben Amsterdamse tieners als Gwen of mijn dochter echt een vrije keuze over hun leven of is hun pad allang bepaald?
Geld en (soms) geluk bepalen steeds meer wie waar in Amsterdam kan blijven en wie niet. Dat geldt voor zowel nieuwe als gevestigde jonge Amsterdammers. De vrijheid die de stad bood om te worden wie je wilt zijn, lijkt allang niet meer voor iedereen weggelegd. Hebben Amsterdamse tieners als Gwen, de Haga-meiden en mijn dochter echt een vrije keuze over hun leven of is hun pad al bepaald door de omgeving, het gezin en de financiële middelen waarin ze opgroeien?
De film van Terstall is een ode aan de vrijheid die Amsterdam te bieden heeft. Iets wat ik Gwen, de meiden van het Hagalyceum, mijn dochter en alle andere jonge mensen van harte gun. Op de HvA hebben we tientallen lectoraten, studieonderdelen en programma’s waarin kansengelijkheid, rechtvaardigheid en de rol van de stad centraal staan. We hebben de ingrediënten in huis om een kompas te zijn voor iedereen die zich niet wil laten beperken door metrohaltes, groentemarkten of gezinssituaties. Het onderwijs is de aangewezen plek om vrijzinnige vergezichten te bieden voor nieuwe generaties.
Deel dit verhaal op je socials
Geplaatst door
Jacob Eikelboom is naast overtuigd twijfelaar ook docent bij de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening. Elke twee weken schrijft hij een column voor HvanA over het verwarrende leven op en rond de hogeschool.

