‘Hier begint de democratie: samen met mijn studenten in lokaal 4.50’
Nina Bakker
Naïm Asbaâ
Naïm Asbaâ is docent, studieadviseur en, vooruit, een beetje idealist. Voor HvanA schrijft hij om de week een column over de hogeschool die hem dromen én nachtmerries bezorgt. Deze keer had hij een schitterend gesprek over democratie, op een donderdagmiddag aan het eind van het lesblok.
‘Donderdagmiddag,’ zeg ik tegen mezelf terwijl ik mijn laptop aansluit op het smartboard. De laatste lesweek van het blok. Buiten schijnt de zon alsof de herfst zich nog even bedenkt. Binnen ruikt het naar koffie, stress en de geur van bijna-vrij. Studenten die nog één keer op tijd proberen te komen, docenten die doen alsof ze nog vol energie zitten.
‘Vandaag doen we iets anders,’ zeg ik terwijl het smartboard opstart. Twintig hoofden komen langzaam omhoog van hun laptops en telefoons. Ze voelen al dat er iets verdachts gaat gebeuren. ‘Jullie gaan de stemwijzer invullen,’ zeg ik.
Plotseling vraagt iemand: ‘Meneer, wat als ik het niet eens ben met mezelf?’
Een zucht trekt door het lokaal, unaniem en oprecht. Een paar studenten lachen opgelucht, anderen kijken alsof ik net heb aangekondigd dat we een groepsreflectie van drieduizend woorden gaan schrijven. Ik geef les in onderzoekend vermogen, maar vandaag onderzoek ik vooral mijn eigen lef. Ik noem het kritisch denken in de praktijk: onderzoeken waar je voor staat, en waarom.
‘We gaan niet stemmen,’ zeg ik. ‘We gaan nadenken.’ ‘Dat klinkt gevaarlijk,’ zegt een student achterin. Gelach. Maar hij heeft wel gelijk.
Langzaam beginnen ze. Twintig studenten, evenveel telefoons, één haperende wifi en een hoop geconcentreerde gezichten. ‘Iedereen een basisinkomen?’ ‘Wat betekent dat precies?’ ‘Meer geld naar defensie?’ ‘Ja, maar dan minder voor wat?’ ‘Nederland uit de EU?’ ‘Kunnen we dat dan gewoon doen?’
Het geroezemoes vult lokaal 4.50 alsof het een kleine democratie in uitvoering is. Er wordt gelachen, gezucht en af en toe serieus nagedacht. Een meisje zegt: ‘Ik dacht dat ik links was, maar ik kreeg iets met een vogel in de naam.’ Een ander: ‘Ik dacht dat ik rechts was, maar blijkbaar ben ik sociaal-democratisch. Geen idee wat dat precies inhoudt.’
We lachen. Maar achter dat lachen zit iets wat ik niet vaak zie: verwarring zonder cynisme. Nieuwsgierigheid. Dan vraagt iemand: ‘Meneer, wat als ik het niet eens ben met mezelf?’
Ik blijf even stil. Het is de beste vraag van de middag.
‘Ik geloof niet meer in politiek, maar ik wil wel dat dingen beter worden’, zegt een student
We praten verder. Niet over partijen, maar over wat eronder ligt. Over rechtvaardigheid, over angst, over hoop. Over hoe het voelt om straks voor het eerst te mogen stemmen, en over ouders die dat al veertig jaar doen zonder ooit tevreden te zijn met de uitslag. Langzaam verandert het geroezemoes in iets wat zeldzaam is in verkiezingstijd: luisteren.
Een student zegt: ‘Ik geloof niet meer in politiek, maar ik wil wel dat dingen beter worden.’ Een ander: ‘Ik weet niet of mijn stem iets uitmaakt, maar niet stemmen voelt nog erger.’ Ik kijk rond in het lokaal en zie twintig werelden bij elkaar. Een kleine afspiegeling van Nederland. Twijfel en overtuiging, hoop en gelatenheid, humor en eerlijkheid. Alles tegelijk, op een donderdagmiddag in de laatste les van het blok.
Aan het einde van de les sluiten ze hun laptops. Tassen gaan open, jassen aan, oortjes in. Een student blijft even staan bij de deur. ‘Dus u gaat ook stemmen, meneer?’ ‘Ja,’ zeg ik. ‘Maar belangrijker nog: ik luister.’ Als het lokaal leeg is, blijft de stilte even hangen. Stoelen scheef, koffiebekers halfvol, het zonlicht schuift langzaam over de vloer. Ik kijk om me heen en denk: misschien is dit wel waar democratie begint. Niet in Den Haag, niet in een debat op televisie, maar hier. In lokaal 4.50, aan het einde van een lesblok. Waar denken hardop gebeurt, waar twijfelen mag, en waar luisteren soms het meest moedige is wat je kunt doen.
Deel dit verhaal op je socials:
Geplaatst door

Naïm Asbaâ
Naïm Asbaâ is docent, studieadviseur en, vooruit, een beetje idealist: onderwijs gaat immers over meer dan het verdienen van je studiepunten. Voor HvanA schrijft hij om de week een column.
