Even opbellen of een appje? HvA wil weten hoe je studenten terug naar de campus krijgt
Sinds de coronatijd lijkt er iets fundamenteels veranderd aan het gedrag van studenten: ze komen namelijk veel minder naar de campus toe. Dat is zorgelijk, ook omdat afwezigheid leidt tot slechtere prestaties. En dus gaat de HvA onderzoeken hoe je studenten terug de klas in krijgt.
Waar zijn de grote groepen studenten die lunchen op de trap, waar de koffiedrinkende hangers in het campuscafé? Columnist Jessica Singh begrijpt maar niet waar alle studenten zijn gebleven, schrijft ze in haar laatste column.
Singh is niet de enige. Twee jaar geleden, in de maanden na coronatijd, kreeg het thuisblijven van studenten al veel aandacht. Maar ook nu nog zitten docenten geregeld met de handen in het haar: waarom komen studenten toch zo weinig naar hun lessen toe?
Losse schroeven
‘Het lijkt erop dat studenten naar de les gaan als optioneel zijn gaan zien’, bevestigt Izaak Dekker, associate lector Didactiek en Curriculumontwikkeling Hoger Onderwijs. Hij verdiept zich op de HvA in dit onderwerp en ziet dat het nog altijd enorm leeft onder docenten.
‘Het fysieke onderwijs is op losse schroeven komen te staan’
‘En niet alleen op de HvA. Op de universiteiten van Maastricht, Rotterdam – zelfs op zeer selectieve instellingen als de Filmacademie lijken studenten vaker thuis te blijven. Sinds het afstandsonderwijs het thuisstuderen heeft genormaliseerd, is het fysieke onderwijs op losse schroeven komen te staan. Docenten worstelen hier nog altijd mee.’
Bellen of appen?
We moeten er iets mee, vindt Dekker. Samen met collega’s van de HvA is hij daarom een onderzoek gestart naar hoe je afwezige studenten terug de klas in krijgt. Vijf verschillende HvA-opleidingen doen mee (zie kader). Wat is het plan?
In het experiment wordt nagegaan of het helpt om contact te zoeken met afwezige studenten - en hoe precies. De ene student krijgt een belletje na een gemiste les, een ander ontvangt een Whatsapp- of Teams-bericht van de opleiding en weer een derde hoort niets.
Izaak Dekker onderzoekt met hoofddocent Marrit Janabi, Hillery Mau-Asam (Studentzaken), docent Naim Asbaa en coördinatoren Marlot van der Geld, Linda Chaudron en Fransje Damen wat de meest effectieve manier is om studenten terug naar de les te krijgen: bellen, een berichtje of niets doen?
624 studenten doen mee aan het onderzoek, van vijf opleidingen: Bedrijfskunde, Lerarenopleiding Engels, Lerarenopleiding Pedagogiek, Human Resource Management en Pedagogiek – opleidingen waar dit thema speelt.
Zij vertellen afwezige studenten dat aanwezigheid de norm is, maar ook dat ze gemist worden, of alles goed gaat en dat er ondersteuning is. Het onderzoek loopt tot en met 2026.
Reden voor het onderzoek is niet alleen dat de HvA zo graag een gezellige, gevulde campus wil, dat het sneu is voor docenten of dat studenten op ‘sociaal’ vlak iets zouden missen door thuis te blijven.
‘Aanwezigheid bij de lessen is namelijk de belangrijkste voorspeller dat iemand het goed doet tijdens de opleiding’, leerde Dekker uit onderzoek. Wie naar de klas komt, haalt betere cijfers, kortom. ‘Is een student vaak afwezig, dan is dat bovendien een sterk voorteken dat die student gaat uitvallen. Een probleem waar we iets mee moeten op de HvA.’
Dekker verwacht dat bellen en berichten sturen leidt tot meer aanwezigheid: studenten zouden het persoonlijke contact waarderen. ‘Overigens bleek in de eerste weken al dat een aantal studenten het telefoonnummer van hun ouders had opgegeven. Die kregen dus bericht dat hun kinderen een les hadden gemist. Die studenten hebben daarna toch maar hun eigen nummer opgegeven’, grinnikt hij.
Wortel
Of je het probleem met deze opzet bij de wortel aanpakt, is wel de vraag. Als je studenten pas opbelt als ze al afwezig zijn, is dat dan geen mosterd na de maaltijd?
‘Opleidingen nemen meteen na de eerste afwezigheid contact op met studenten’
‘De opleidingen nemen meteen na de eerste afwezigheid contact op met studenten, dus ze zitten er kort op. Ze vertellen hun studenten bovendien al aan het begin van het jaar dat ze het belangrijk vinden dat ze er zijn, wat hopelijk helpt. Uiteindelijk hoop je dat daarmee weer een soort aanwezigheidscultuur ontstaat, zodat het sowieso weer de norm wordt.’
Goede lessen
Zou het niet helpen het onderwijs überhaupt weer wat fysieker in te richten, als de aanwezigheid van studenten zo belangrijk is? Veel lesmateriaal is nu online te vinden, lang niet alles vindt meer op locatie plaats en studenten hebben natuurlijk niet altijd zin om tachtig minuten te reizen voor een les van vijftig minuten.
‘Roostering en de inhoud van lessen spelen overduidelijk een rol in het trekken van de student. Toch verklaart dat niet waarom studenten nu ineens niet meer komen, want dat zijn factoren die voor corona ook al een rol speelden.’
Aan de kwaliteit van de lessen ligt het ook niet, volgens Dekker. ‘De werkvormen zijn net zo interactief als vóór corona en voldoen eigenlijk aan alles wat je van een ‘goede’ les mag verwachten. Ook die kritiek verklaart kortom niet deze dip in aanwezigheid: er is iets aan de studenten zélf veranderd.’
Met het experiment hopen de opleidingen en onderzoekers te leren wat werkt om afwezige studenten er weer bij te krijgen. Dekker is benieuwd wat het aan lessen oplevert, al ziet hij ook dat het campusgerichte studentenleven dat Singh nostalgisch in haar column beschrijft, nog altijd ver weg lijkt.
‘Bij een van de opleidingen die ik bezocht, monitorden ze de aanwezigheid van studenten. Slechts veertig procent van de studenten daar kwam opdagen. Toen ze de studenten dat zelf voorlegden om te vragen hoe het kwam, reageerden ze: ‘‘Ja, we vinden het hier gezellig.’’ Ze dachten dat veertig procent aanwezigheid veel was.’