‘Gescheiden bidruimtes op de HvA? Wat is er inclusief aan exclusieve ruimtes?’
Naast overtuigd twijfelaar is Jacob Eikelboom docent bij de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening. Elke twee weken schrijft hij een column over het verwarrende leven op en rond de hogeschool. Deze week over gescheiden gebedsruimtes, waar Jacob op z’n zachtst gezegd geen voorstander van is.
Op een HvA-borrel na werktijd werd ik aangesproken door een studente. Ze wilde me iets vragen: of ik mij hard wilde maken voor een gescheiden gebedsruimte op de HvA. Eén voor mannen en één voor vrouwen.
De studente zei dat ze zelf christelijk is en dat ze zich in wil zetten voor gelovige studenten, onder de noemer van inclusiviteit. Ze zei er ook meteen bij dat ze regelmatig vijandig werd bejegend als ze over het geloof sprak. Ik was dus gewaarschuwd, pas op je woorden en geen grapjes over god.
Ik ben best thuis in het praktiseren van het christelijk geloof, maar mij was niets bekend over christelijke mannen en vrouwen die gescheiden bidden en dan ook nog onder werk- of studietijd. In plaats van deze observatie over christenen vroeg ik haar: ‘Er is toch al een gebedsruimte op de HvA, die stilteruimte heet, maar wordt gebruikt als gebedsruimte?’ Met allerlei kronkels probeerde ze om de vraag heen te draaien. Dat het ging om acceptatie en respect en ruimte voor iedereen. Een echt antwoord op mijn vraag kreeg ik niet.
Eet, drink, studeer, lach, leef en bid, maar doe het vooral samen en gemengd op de HvA
Ik voelde een soort christelijk mededogen opkomen. Die gescheiden gebedsruimte is natuurlijk de wens van een groep conservatieve religieuzen die deze goedgelovige studente voor hun karretje hadden gespannen. Door haar positie in een studentenbond had ze invloed. Een slimme maar lelijke zet.
Ondertussen keek de studente alsof ze elk moment in huilen uit kon barsten. Ik zocht daarom naar aardige woorden om duidelijk te maken dat ik het een terug-in-de-tijd-streven vind en dat ik mij niet hard ga maken voor non-genderneutrale gebedsruimtes. Wat is er inclusief aan een exclusieve ruimte, vroeg ik haar. Waarom het verschil tussen man en vrouw zo benadrukken? En waarom moet de HvA zich mengen in religieuze privézaken? Het staat iedereen op de HvA vrij om te bidden tot wie of wat je ook maar wil, dat is het punt niet. Op al mijn vragen had ze een ingestudeerd antwoord met de woorden inclusie, respect en allerlei fobieën als rode draad.
Omdat ze niet in huilen was uitgebarsten, kon ik een stap verder gaan en de ware intentie van de wens achterhalen. Ik vroeg haar namens wie zij sprak. Wie zijn die mensen die deze apartheid willen? Ik had de vraag nog niet gesteld of ik werd door een collega aan mijn arm getrokken, waarom ik zo ongezellig was. Ik hoor het antwoord later wel, riep ik nog vanuit oprechte nieuwsgierigheid. Sindsdien heb ik niets meer van haar vernomen. Of ze banger was voor mij of voor de groep die haar voor hun karretje spant, dat weet ik niet.
Een paar weken laten kwam hetzelfde onderwerp weer ter sprake. Nu in een andere setting. Wel weer een studente. Ook gelovig, deze keer islamitisch. En deze keer voelde ik iets meer vrijheid, want de studente was alles behalve huilerig. Ze was boos, bijna woest. Ze had zich uitgesproken tegen het in stilte rondzingende plan voor gescheiden gebedsruimtes.
Vervolgens werd ze teruggefloten door wat ze dacht dat broeders en zusters waren, onder anderen door een docent. Hij liet haar ook duidelijk merken hoe de hiërarchische verhouding tussen hem en haar was, vertelde ze. Gatverdamme. Vloeken is lelijk, maar nu was het niet meer dan gepast.
Ik had zin de huilerige studente van een paar weken terug bij dit gesprek te halen. Haar laten zien dat ze zich inzet voor een clubje dat moeite heeft met afwijkende visies en zich uitsluitend en patriarchaal gedraagt. Nog voor ik de boze studente kon vragen wat de HvA voor haar zou kunnen betekenen, begon ze over kleine maar dominante groepen die telkens hun zin doordrammen. Die vrijheid nemen, maar niet geven. Over mannen die denken te kunnen beslissen over vrouwen. Over schimmige intenties. En over de gematigde middenmoot die stil is en die vooral naar de HvA komt om te studeren.
Bij haar laatste opmerking wist ik wat mij te doen stond. Die middenmoot, die grote gematigde groep studenten die niet de behoefte heeft zich nadrukkelijk uit te spreken, voor die groep maak ik mij graag hard. Eet, drink, studeer, lach, leef en bid, maar doe het vooral samen en gemengd op de HvA.