Raúl rommelt – Ik heb toch gelijk

10 januari 2022
Beeld:

Daniël Rommens

Geplaatst door
Raúl Inzaurralde
Op
10 januari 2022

Raúl Inzaurralde is SIS-specialist op de HvA. Naast die zeer opgeruimde kantoorbaan rommelt hij wat aan in het leven en daarover schrijft hij voor HvanA. Deze week bespreekt hij de wonderlijke magie van het eureka-moment. 

Ik ben altijd gefascineerd geweest door het fenomeen van het eureka-moment. De Griekse wiskundige Archimedes zou naakt door de straten van Syracuse ‘eureka’ hebben geroepen, nadat hij in bad had ontdekt dat de opwaartse kracht die een lichaam in water ondervindt even groot is als het gewicht van het verplaatste water.

 

Isaac Newton zou zijn ideeën over zwaartekracht hebben gekregen in de boomgaard van zijn moeder, kijkend naar een vallende appel. Albert Einstein kreeg zijn belangrijkste inzicht over de relativiteitstheorie terwijl hij door het autoraam naar een kerktoren keek. Het moet een fantastische ervaring zijn om een revolutionair inzicht te krijgen, maar het meest aantrekkelijke eraan vind ik dat je er niets voor lijkt te hoeven doen. 

 

Deze inzichten lijken vanzelf tot je te kunnen komen in een toestand van rust: in bad, liggend in de boomgaard, of starend uit het autoraam. Dit geldt ook voor alle andere eureka-momenten die ik op internet kan vinden: vier vonden er plaats turend naar een rivier of de zee, drie in een droom, twee in een bus of auto, één in de bioscoop, één wachtend op het stoplicht, en maar één achter het bureau. Genieën hebben nooit stress.

Ik heb, zoals vele anderen, vaak gedroomd dat ik het antwoord had gevonden op een eeuwenoud vraagstuk

Ik heb, zoals vele anderen, vaak gedroomd dat ik het antwoord vond op een eeuwenoud vraagstuk, zonder het in de ochtend te kunnen reproduceren. Als dit ooit wel was gelukt, had ik misschien wel de Nobelprijs gewonnen. Zo zullen ook in de hele geschiedenis veel originele ideeën verloren zijn gegaan die niet serieus werden genomen. Wie weet hoeveel ontdekkingen per ongeluk onopgemerkt zijn gebleven? 

 

Ik ben in ieder geval blij dat ik ooit iets heb gezegd dat niet werd geloofd, maar toch waar bleek te zijn. Als tiener stond ik met een vriend in de tuin naar de sterren te kijken. We hadden die ochtend een natuurkundeles gehad en ik begon erop los te speculeren. ‘Als het licht van de sterren er heel lang over doet om ons te bereiken, dan zien wij toch licht uit het verleden? Dus als we dat licht op een bepaalde manier zouden kunnen analyseren, dan zouden we toch kunnen zien wat er in het verleden op die sterren heeft plaatsgevonden?’ ‘Ben je stoned of zo?’, was het antwoord van mijn vriend. 

 

Nu blijkt dat dit precies is wat de nieuwe telescoop gaat doen die kortgeleden de ruimte in is geschoten. Dat we met deze telescoop het licht kunnen waarnemen van sterren die verder weg zijn, betekent dat wij verder het verleden in kunnen kijken. Door steeds betere telescopen de ruimte in te schieten, komen we steeds dichter bij de oerknal. Had ik maar geweten dat ik gelijk had, dan had ik volmondig mijn ‘eureka’ kunnen uitroepen.