De klas van Asis – Mist

15 januari 2020
Beeld:

Lo Andela

Geplaatst door
Asis Aynan
Op
15 januari 2020

Elke twee weken neemt docent Asis Aynan je mee in zijn belevenissen, verwondering en plezier voor de klas. Dit keer: over (een gebrek aan) autoriteit in de tentamenzaal.

Volgende week begint de tentamenweek. De student die geen diagnose, zoals dyslexie, op papier kan overleggen heeft dikke pech, want die moet naar een van de tentamenloodsen waar de hogeschool gebruik van maakt. In het zuidoosten van de stad zijn de IWO-zalen en in het westen is het World Fashion Centre. In die tentamenschuren kunnen honderden studenten per zaal geherbergd worden. Ik zou mij in zo een immense ruimte niets van de tentamenstof herinneren.

 

Luister je deze column liever? Asis leest hem zelf aan je voor. (De tekst loopt door onder de player.)

Eén van de toetsen die mijn studenten volgende week maken, gaat over de beginselen van de sociale psychologie. Ze leerden over de oorzaken en vormen van sociale controle en conformeren. Ook discussieerden we in de klas over de neiging om de waarden van de eigen groep te volgen. Het leverde levendige gesprekken op tijdens de werkgroepen. Ook was er ongeloof toen we het experiment van Milgram bespraken.

 

Heel kort: het experiment van Milgram onderzoekt in hoeverre iemand een ‘autoriteit’ gehoorzaamt. Het experiment toonde aan dat een groot deel van de proefpersonen luisterde naar de bevelen, omdat die werden opgedragen door een hooggeschat persoon, in een witte doktersjas.

‘Ik vraag altijd aan mijn studenten wie idiote, sadistische bevelen van een autoriteit zou opvolgen’

Ik vraag altijd aan mijn studenten wie ook idiote, sadistische bevelen van een autoriteit zou opvolgen. Natuurlijk heeft nooit iemand zijn hand opgestoken. 

 

In een van die volle tentamenhangars met tot de nok gevulde geur van examenzweet leerde ik overigens wie bij ons op het werk autoriteit krijgt toegedicht. 

 

Samen met een collega-docent zat ik bij een tentamen in het World Fashion Centre. Onze taak was de surveillanten inhoudelijk te assisteren. Gedurende het tentamen stelden de toezichthouders verschillende vragen.

 

Ik kreeg er welgeteld nul.

 

Mijn collega en ik zaten aan een tafeltje naast elkaar. Iedere keer stapte de surveillant af op mijn vakbroeder. De groep surveillanten bestond uit jong, oud, had een keur aan kleur en bezat van paardenstaart, blauwe kleurspoeling tot hoofddoek. Voor hen allen kon ik niet het erkend gezag zijn, omdat ik niet paste in het wijsgemaakte beeld en mijn ambtgenoot wel: 185 centimeter blankwitte huid met daarbovenop sluik haar. 

 

Toen ik na afloop naar huis fietste was ik boos noch beledigd, want in de schoenen van de surveillant had ik hetzelfde gedaan. Ik vroeg mij wel af wanneer we dat beperkte wereldbeeld openbreken en fietste de mist in.